Voorstel
stimuleringsregeling afkoppelen Hemelwater
Mijn standpunt in deze
materie is dat nu eerst het gesprek tussen burger en overheid over het afvoeren
van hemelwater gestructureerd moet worden en op gang moet komen. Pas dan heeft
het zin daadwerkelijk uitvoering te geven aan het beleid zoals in dit voorstel
is vastgelegd.
Het raadsvoorstel
tot vaststellen van de verordening “Stimuleringsvoorstel afkoppelen
hemelwater 2018” gedateerd 24 oktober 2018 is een vervolg op het begin 2018
vastgestelde hemelwaterbeleid. Reeds toen is door mij en anderen aangegeven dat
het heel belangrijk is de eigenaren en gebruikers van panden waar regenwater op
valt (en dat zijn ze allemaal) goed te informeren en te motiveren. Daarnaast
zal de gemeente zelf het nodige moeten doen aan de openbare ruimte en er voor
moeten zorgen dat nieuw te bouwen panden voldoen aan de criteria die het
hemelwaterbeleid stelt.
Het hemelwaterbeleid moest nog nader worden uitgewerkt.
Er zou een communicatieplan komen en er als stimulering zou aan de afkoppeling
een subsidieregeling worden verbonden. Die subsidieregeling wordt nu
voorgesteld. Volgens het voorstel zou het communicatieplan er ook zijn. Dit
plan is er echter niet bijgevoegd. Bovendien een plan is mooi maar uitvoering
daarvan is beter. Al bij de vaststelling van het beleid vorig jaar was een
schat van informatie beschikbaar. Ook zonder plan was op zijn minst een
informatieronde mogelijk en zinvol geweest.
In het voorstel wordt ook nog verwezen naar het platform
Duurzaam Grave. Dat zou een goede rol kunnen spelen zoals ook begin 2018 is
geconstateerd. Dat platform is echter nog in ontwikkeling en heeft zich de
afgelopen tijd vooral beziggehouden met energie en dan speciaal de centrale bij
de stuw. Verder dan een herhaling van de constatering dat inschakelen van het
platform zinvol is zijn we nog niet.
Het is geen typisch Graafs probleem. In Cuijk en Mill
zijn in december 2018 al besluiten op basis van hetzelfde voorstel genomen. Die
besluiten lijden daarom aan het zelfde euvel: een stimuleringsbijdrage heeft
alleen zin als er een effectief overleg is tussen gemeente en al degenen
waarvan wordt verwacht dat zij hun regenwater op eigen terrein zullen opvangen
en verwerken. De publicatie in de gemeentelijke informatiepagina’s is daarvoor te
onvolledig en vooral te passief. Dat beweer ik niet zomaar. Het is ook de
opvatting van deskundigen die in andere gemeenten al verder met dit onderwerp
zijn.
Naar mijn mening is dit voorstel dan ook niet rijp voor
besluitvorming. Daarmee bedoel ik een besluit waarvan verwacht mag worden dat
het uitvoerbaar en effectief is.
Nu kwam het toevallig zo uit dat er flink wat ruimte zat
tussen publicatie van het voorstel en behandeling in de commissie op 29 januari.
Als het lukt in die tijd het voorstel flink aan te scherpen kan er voor 12
februari wellicht nog iets goeds uitkomen. Dat aanscherpen moet dan wel in de
commissievergadering van 29 januari gebeuren. Afgesproken was dat de vragen 22
januari binnen moesten zijn. De antwoorden komen dan 28 januari.
Inmiddels zijn er wel afspraken gemaakt over de werkwijze
in de commissie. In plaats van louter vragen die vaak ook nog schriftelijk
mogen worden beantwoord, moet men in de commissie al meer tot uitwisseling van
opinies komen. Maar voor het vormen van een mening heb je natuurlijk de
antwoorden op de gestelde vragen nodig. En die komen pas de avond van te voren.
Inmiddels is het 24 januari 18:30 uur en zijn alleen
vragen van het CDA over dit onderwerp gepubliceerd en die vind ik weinig
opiniƫrend en vooral technisch van aard. Nu worden in een goed voorstel
technische vragen zoveel mogelijk voorkomen en als ze er zijn liefst van te
voren gesteld en beantwoord. In het overleg over de werkwijze van de raad is
dit nog niet aan de orde geweest.
Zelf ben ik van mening dat er hoe dan ook een stap
voorwaarts gezet moet worden dus afvoeren of zelfs afwijzen van het voorstel
kan niet aan de orde zijn ondanks dat afwijken van de gang van zaken bij Cuijk
en Mill wel een uiting van zelfstandigheid is.
Zelf zou ik om uit de impasse te komen het volgende
vragen hebben. Ik heb de vragen van een toelichting voorzien. Op die manier
wordt het degene die de vraag moet beantwoorden hopelijk duidelijk wat met de
vraag wordt bedoeld. Ik zou het liefst antwoorden hebben die geen nieuwe vraag
uitlokken. (Het “dictum”van mijn vragen
is dikwijls “kunt u een overzicht geven…?. Een simpel “ja” of “nee”is
natuurlijk een correct maar ongewenst antwoord.)
1. Het
is duidelijk dat op gebied van de stedelijke wateropgave nauw wordt
samengewerkt binnen het verband van de gemeenten Cuijk Grave en Mill. Het VGRP
2019-2023 is zelfs voor alle gemeenten in het Land van Cuijk uniform opgezet.
Dat natuurlijk een goede zaak. Waterbeheer is nu eenmaal een functie waarin
gemeentegrenzen ondergeschikt zijn. Een gevolg is wel dat lokale aspecten
onvoldoende aan de orde dreigen te komen. Voor een deel gebeurt dat door ze
naar een later stadium en dan vooral naar de uitwerking te verschuiven. Het
risico daarbij is dat in de uitvoering blijkt dat het beleid lacunes vertoont
en moet worden aangepast. Een eenvoudiger praktische aanpak is natuurlijk dat
ambtelijk een keuze tussen technische alternatieven wordt gemaakt die aan de betrokken
gemeenten wordt voorgelegd, simpel gezegd: de inbreng vanuit de gemeenten
minimaliseren.
De gemeente Cuijk en Mill
hebben inmiddels de verordening vastgesteld en ook al gepubliceerd. Het
voordeel daarvan is natuurlijk dat we in Grave de vragen die in Cuijk en Mill
al zijn gesteld niet opnieuw hoeven te stellen. Voorwaarde daarbij is wel dat
onze raad met de gegeven antwoorden moet kunnen instemmen.
Opmerking In het kader van de nieuwe werkwijze wordt als doel
gesteld de bevolking en de raad in een vroegtijdig stadium bij projecten te
betrekken. Bij projecten als dit is het logisch en eigenlijk ook opdracht de
drie CGM-gemeenten synchroon te behandelen. Deze twee uitgangspunten kunnen
conflicteren. Ook dit is een zaak die binnen de “werkwijze” aan de orde zou
moeten komen.
Vraag: Kan het college een overzicht geven van de in Cuijk en Mill
gestelde vragen en de daarop gegeven antwoorden? Een eventuele reactie van het
Graafse college hoort daar ook bij. Ook
van een eventuele wijziging van of aanvulling op het besluit van de
gemeenteraden nemen wij graag kennis.
2. Het
voorstel staat niet op zich zelf maar maakt deel uit van een groter geheel
waarvan het beleidskader in de vorige raadsvergadering is vastgelegd in het
VGRP 2019-2023.
In april 2017 heeft onze raad
een beslissing genomen over de “stedelijke wateropgave gemeente Grave”
In januari 2018 heeft onze
gemeenteraad een besluit genomen over het Hemelwaterbeleid in de gemeente
Grave. Het nu voorliggende voorstelling is een gedeeltelijke uitwerking van dit
beleid.
Opvallend is dat er een jaar
is verlopen tussen vaststelling van het beleid en de gedeeltelijke uitwerking
in deze subsidieverordening. Dat komt mij lang voor.
Ook vind ik dat een argeloze
lezer uit de publicatie van zowel Cuijk als Mill de indruk zal krijgen dat
afkoppelen niet meer inhoudt dan het doorzagen van de bestaande regenpijpen. De
werkelijkheid is echter anders. Voor de binnenstad van Grave is inmiddels al
besloten dat er een apart, door de gemeente aangelegd, regenwaterriool komt
vanaf de kruising Bagijnenstraat/Hoofschestraat naar de vijver aan de
Lovendaalsingel. Daarop kunnen dan regenpijpen worden aangesloten. In de
verordening is ook al vermeld dat een aanvraag kan worden geweigerd als de door
aanvrager gewenste aanpak niet kan worden geaccepteerd.
Op diverse plaatsen zijn
problemen met grondwater geconstateerd. Daarvoor werden ook oplossingen aangedragen.
Opmerking Het is gewenst dat in raadsvoorstellen die deel uitmaken
van een groter geheel de relatie met dat grotere geheel zichtbaar wordt
gemaakt. Op welke wijze dat het beste kan is een onderwerp dat bij de discussie
over de werkwijze van de raad aan de orde kan komen.
Vraag a : kan het college een overzicht geven van der stand van
zaken in betrekking tot de eerder genoemde raadsbesluiten?
Vraag b: Delen college en raad niet mijn stelling dat alvorens
bewoners met een stimuleringsbijdrage worden gemotiveerd te investeren in
maatregelen zij via een informatietraject moeten worden overtuigd van nut en
noodzaak van de door hen te treffen maatregelen.
3. Het
voorstel en de verordening hebben betrekking op bestaande situaties bij private
eigenaren. Van nieuwe situaties mag worden verwacht dat de manier waarop met
regenwater wordt omgegaan past in het nieuwe beleid.
Het regent ook in de openbare
ruimte. In een aanzienlijk deel van onze gemeente wordt het regenwater van de
openbare ruimte afgevoerd samen met het afvalwater wordt afgevoerd. Natuurlijk
is er verschil tussen bestaande en nieuwe situaties. Het onderhavige voorstel
heeft uitsluitend betrekking op bestaande situaties. Volgens het VGRP zou in
2030 in heel Grave het hemelwater op duurzame wijze moeten worden afgevoerd.
Het zal bij particuliere eigenaren stimulerend werken als zichtbaar wordt
gemaakt dat er voor wordt gezorgd dat ook nieuwe situaties en de bestaande
openbare ruimtes worden aangepakt. In het VGRP is vermeld dat op enkele plaatsen
al maatregelen zijn genomen.
Vraag a: Hoe is de aanpak bij nieuwe situaties? Voorziet de nieuwe
omgevingswet daarin? Wordt er in Grave bij nieuwe bouwprojecten zoals bij het
vervolg van de Waterlinie (Wisseveld) al rekening mee gehouden.
Vraag b: Verdient het geen aanbeveling voor het totale VGRP
inclusief het hemelwaterbeleid en inclusief de subsidieverordening een
informatie- en overlegstructuur in te stellen? Daarmee wordt ook voldaan aan
hetgeen in de motie bij de vaststelling van het VGRP is aangenomen.
4. De
subsidie kan alleen door de eigenaar van het perceel worden aangevraagd. In
veel gevallen is inrichten en onderhoud van de tuin een zaak van de huurder.
Vervangen van een op het riool aangesloten verhard terras door een grasveld is
ook een vorm van afkoppelen.
Vraag: Hoe worden huurders gestimuleerd om hard oppervlak af te
koppelen?
5. Het
besluit is vastgelegd in een verordening. Een verordening dient naar mijn
mening absolute betekenis te hebben. Aan bepalingen van de verordening moet
gewoon worden voldaan. Dan moeten die bepalingen ook eenduidig zijn. In het
kader van de “werkwijze” zou moeten worden besproken hoe Graafse verordeningen
er uit moeten zien. Deze verordening legt de volledige verantwoordelijkheid
voor het ontwerpen en uitvoering van de afkoppeling bij de aanvrager waarbij de
gemeente de subsidieaanvraag eventueel kan weigeren. Dat houdt niet automatisch
in dat de betrokken aanvrager de werkzaamheden ook niet kan uitvoeren, zij het
volledig op eigen kosten. En de weigering van de subsidie zal toch als
bedoeling hebben dat het werk anders dan aangevraagd wordt uitgevoerd. Ook
verwacht ik dat een belanghebbende die vreest overlast of schade te ondervinden
tegen een wel verleende subsidie bezwaar zal kunnen maken. Dit alles leidt tot
mijn conclusie dat deze verordening niet kan, maar daar mag ik niet over
beslissen. Ik mag wel de volgende vraag stellen.
Vraag: Wat zijn de rechtsgevolgen van een beslissing op een
subsidieaanvraag?
Dit stuk is bedoeld als een bijdrage in de discussie
vooruitlopend op iets dat wordt bedoeld in het voorstel voor een motiemarkt.
Leo de Vreede
Geen opmerkingen:
Een reactie posten