donderdag 24 januari 2019

Voorstel stimuleringsregeling afkoppelen Hemelwater


Voorstel stimuleringsregeling afkoppelen Hemelwater
Mijn standpunt in deze materie is dat nu eerst het gesprek tussen burger en overheid over het afvoeren van hemelwater gestructureerd moet worden en op gang moet komen. Pas dan heeft het zin daadwerkelijk uitvoering te geven aan het beleid zoals in dit voorstel is vastgelegd.

Het raadsvoorstel  tot vaststellen van de verordening “Stimuleringsvoorstel afkoppelen hemelwater 2018” gedateerd 24 oktober 2018 is een vervolg op het begin 2018 vastgestelde hemelwaterbeleid. Reeds toen is door mij en anderen aangegeven dat het heel belangrijk is de eigenaren en gebruikers van panden waar regenwater op valt (en dat zijn ze allemaal) goed te informeren en te motiveren. Daarnaast zal de gemeente zelf het nodige moeten doen aan de openbare ruimte en er voor moeten zorgen dat nieuw te bouwen panden voldoen aan de criteria die het hemelwaterbeleid stelt.

Het hemelwaterbeleid moest nog nader worden uitgewerkt. Er zou een communicatieplan komen en er als stimulering zou aan de afkoppeling een subsidieregeling worden verbonden. Die subsidieregeling wordt nu voorgesteld. Volgens het voorstel zou het communicatieplan er ook zijn. Dit plan is er echter niet bijgevoegd. Bovendien een plan is mooi maar uitvoering daarvan is beter. Al bij de vaststelling van het beleid vorig jaar was een schat van informatie beschikbaar. Ook zonder plan was op zijn minst een informatieronde mogelijk en zinvol geweest.

In het voorstel wordt ook nog verwezen naar het platform Duurzaam Grave. Dat zou een goede rol kunnen spelen zoals ook begin 2018 is geconstateerd. Dat platform is echter nog in ontwikkeling en heeft zich de afgelopen tijd vooral beziggehouden met energie en dan speciaal de centrale bij de stuw. Verder dan een herhaling van de constatering dat inschakelen van het platform zinvol is zijn we nog niet.

Het is geen typisch Graafs probleem. In Cuijk en Mill zijn in december 2018 al besluiten op basis van hetzelfde voorstel genomen. Die besluiten lijden daarom aan het zelfde euvel: een stimuleringsbijdrage heeft alleen zin als er een effectief overleg is tussen gemeente en al degenen waarvan wordt verwacht dat zij hun regenwater op eigen terrein zullen opvangen en verwerken. De publicatie in de gemeentelijke informatiepagina’s is daarvoor te onvolledig en vooral te passief. Dat beweer ik niet zomaar. Het is ook de opvatting van deskundigen die in andere gemeenten al verder met dit onderwerp zijn.

Naar mijn mening is dit voorstel dan ook niet rijp voor besluitvorming. Daarmee bedoel ik een besluit waarvan verwacht mag worden dat het uitvoerbaar en effectief is.

Nu kwam het toevallig zo uit dat er flink wat ruimte zat tussen publicatie van het voorstel en behandeling in de commissie op 29 januari. Als het lukt in die tijd het voorstel flink aan te scherpen kan er voor 12 februari wellicht nog iets goeds uitkomen. Dat aanscherpen moet dan wel in de commissievergadering van 29 januari gebeuren. Afgesproken was dat de vragen 22 januari binnen moesten zijn. De antwoorden komen dan 28 januari.

Inmiddels zijn er wel afspraken gemaakt over de werkwijze in de commissie. In plaats van louter vragen die vaak ook nog schriftelijk mogen worden beantwoord, moet men in de commissie al meer tot uitwisseling van opinies komen. Maar voor het vormen van een mening heb je natuurlijk de antwoorden op de gestelde vragen nodig. En die komen pas de avond van te voren.

Inmiddels is het 24 januari 18:30 uur en zijn alleen vragen van het CDA over dit onderwerp gepubliceerd en die vind ik weinig opiniërend en vooral technisch van aard. Nu worden in een goed voorstel technische vragen zoveel mogelijk voorkomen en als ze er zijn liefst van te voren gesteld en beantwoord. In het overleg over de werkwijze van de raad is dit nog niet aan de orde geweest.

Zelf ben ik van mening dat er hoe dan ook een stap voorwaarts gezet moet worden dus afvoeren of zelfs afwijzen van het voorstel kan niet aan de orde zijn ondanks dat afwijken van de gang van zaken bij Cuijk en Mill wel een uiting van zelfstandigheid is.

Zelf zou ik om uit de impasse te komen het volgende vragen hebben. Ik heb de vragen van een toelichting voorzien. Op die manier wordt het degene die de vraag moet beantwoorden hopelijk duidelijk wat met de vraag wordt bedoeld. Ik zou het liefst antwoorden hebben die geen nieuwe vraag uitlokken. (Het “dictum”van mijn vragen is dikwijls “kunt u een overzicht geven…?. Een simpel “ja” of “nee”is natuurlijk een correct maar ongewenst antwoord.)


1.    Het is duidelijk dat op gebied van de stedelijke wateropgave nauw wordt samengewerkt binnen het verband van de gemeenten Cuijk Grave en Mill. Het VGRP 2019-2023 is zelfs voor alle gemeenten in het Land van Cuijk uniform opgezet. Dat natuurlijk een goede zaak. Waterbeheer is nu eenmaal een functie waarin gemeentegrenzen ondergeschikt zijn. Een gevolg is wel dat lokale aspecten onvoldoende aan de orde dreigen te komen. Voor een deel gebeurt dat door ze naar een later stadium en dan vooral naar de uitwerking te verschuiven. Het risico daarbij is dat in de uitvoering blijkt dat het beleid lacunes vertoont en moet worden aangepast. Een eenvoudiger praktische aanpak is natuurlijk dat ambtelijk een keuze tussen technische alternatieven wordt gemaakt die aan de betrokken gemeenten wordt voorgelegd, simpel gezegd: de inbreng vanuit de gemeenten minimaliseren.

De gemeente Cuijk en Mill hebben inmiddels de verordening vastgesteld en ook al gepubliceerd. Het voordeel daarvan is natuurlijk dat we in Grave de vragen die in Cuijk en Mill al zijn gesteld niet opnieuw hoeven te stellen. Voorwaarde daarbij is wel dat onze raad met de gegeven antwoorden moet kunnen instemmen.
Opmerking In het kader van de nieuwe werkwijze wordt als doel gesteld de bevolking en de raad in een vroegtijdig stadium bij projecten te betrekken. Bij projecten als dit is het logisch en eigenlijk ook opdracht de drie CGM-gemeenten synchroon te behandelen. Deze twee uitgangspunten kunnen conflicteren. Ook dit is een zaak die binnen de “werkwijze” aan de orde zou moeten komen.
Vraag: Kan het college een overzicht geven van de in Cuijk en Mill gestelde vragen en de daarop gegeven antwoorden? Een eventuele reactie van het Graafse  college hoort daar ook bij. Ook van een eventuele wijziging van of aanvulling op het besluit van de gemeenteraden nemen wij graag kennis.

2.    Het voorstel staat niet op zich zelf maar maakt deel uit van een groter geheel waarvan het beleidskader in de vorige raadsvergadering is vastgelegd in het VGRP 2019-2023.
In april 2017 heeft onze raad een beslissing genomen over de “stedelijke wateropgave gemeente Grave”
In januari 2018 heeft onze gemeenteraad een besluit genomen over het Hemelwaterbeleid in de gemeente Grave. Het nu voorliggende voorstelling is een gedeeltelijke uitwerking van dit beleid.

Opvallend is dat er een jaar is verlopen tussen vaststelling van het beleid en de gedeeltelijke uitwerking in deze subsidieverordening. Dat komt mij lang voor.

Ook vind ik dat een argeloze lezer uit de publicatie van zowel Cuijk als Mill de indruk zal krijgen dat afkoppelen niet meer inhoudt dan het doorzagen van de bestaande regenpijpen. De werkelijkheid is echter anders. Voor de binnenstad van Grave is inmiddels al besloten dat er een apart, door de gemeente aangelegd, regenwaterriool komt vanaf de kruising Bagijnenstraat/Hoofschestraat naar de vijver aan de Lovendaalsingel. Daarop kunnen dan regenpijpen worden aangesloten. In de verordening is ook al vermeld dat een aanvraag kan worden geweigerd als de door aanvrager gewenste aanpak niet kan worden geaccepteerd.

Op diverse plaatsen zijn problemen met grondwater geconstateerd. Daarvoor werden ook oplossingen aangedragen.

Opmerking Het is gewenst dat in raadsvoorstellen die deel uitmaken van een groter geheel de relatie met dat grotere geheel zichtbaar wordt gemaakt. Op welke wijze dat het beste kan is een onderwerp dat bij de discussie over de werkwijze van de raad aan de orde kan komen.

Vraag a : kan het college een overzicht geven van der stand van zaken in betrekking tot de eerder genoemde raadsbesluiten?
Vraag b: Delen college en raad niet mijn stelling dat alvorens bewoners met een stimuleringsbijdrage worden gemotiveerd te investeren in maatregelen zij via een informatietraject moeten worden overtuigd van nut en noodzaak van de door hen te treffen maatregelen.

3.    Het voorstel en de verordening hebben betrekking op bestaande situaties bij private eigenaren. Van nieuwe situaties mag worden verwacht dat de manier waarop met regenwater wordt omgegaan past in het nieuwe beleid.

Het regent ook in de openbare ruimte. In een aanzienlijk deel van onze gemeente wordt het regenwater van de openbare ruimte afgevoerd samen met het afvalwater wordt afgevoerd. Natuurlijk is er verschil tussen bestaande en nieuwe situaties. Het onderhavige voorstel heeft uitsluitend betrekking op bestaande situaties. Volgens het VGRP zou in 2030 in heel Grave het hemelwater op duurzame wijze moeten worden afgevoerd. Het zal bij particuliere eigenaren stimulerend werken als zichtbaar wordt gemaakt dat er voor wordt gezorgd dat ook nieuwe situaties en de bestaande openbare ruimtes worden aangepakt. In het VGRP is vermeld dat op enkele plaatsen al maatregelen zijn genomen.
Vraag a: Hoe is de aanpak bij nieuwe situaties? Voorziet de nieuwe omgevingswet daarin? Wordt er in Grave bij nieuwe bouwprojecten zoals bij het vervolg van de Waterlinie (Wisseveld) al rekening mee gehouden.
Vraag b: Verdient het geen aanbeveling voor het totale VGRP inclusief het hemelwaterbeleid en inclusief de subsidieverordening een informatie- en overlegstructuur in te stellen? Daarmee wordt ook voldaan aan hetgeen in de motie bij de vaststelling van het VGRP is aangenomen.

4.    De subsidie kan alleen door de eigenaar van het perceel worden aangevraagd. In veel gevallen is inrichten en onderhoud van de tuin een zaak van de huurder. Vervangen van een op het riool aangesloten verhard terras door een grasveld is ook een vorm van afkoppelen.
Vraag: Hoe worden huurders gestimuleerd om hard oppervlak af te koppelen?

5.    Het besluit is vastgelegd in een verordening. Een verordening dient naar mijn mening absolute betekenis te hebben. Aan bepalingen van de verordening moet gewoon worden voldaan. Dan moeten die bepalingen ook eenduidig zijn. In het kader van de “werkwijze” zou moeten worden besproken hoe Graafse verordeningen er uit moeten zien. Deze verordening legt de volledige verantwoordelijkheid voor het ontwerpen en uitvoering van de afkoppeling bij de aanvrager waarbij de gemeente de subsidieaanvraag eventueel kan weigeren. Dat houdt niet automatisch in dat de betrokken aanvrager de werkzaamheden ook niet kan uitvoeren, zij het volledig op eigen kosten. En de weigering van de subsidie zal toch als bedoeling hebben dat het werk anders dan aangevraagd wordt uitgevoerd. Ook verwacht ik dat een belanghebbende die vreest overlast of schade te ondervinden tegen een wel verleende subsidie bezwaar zal kunnen maken. Dit alles leidt tot mijn conclusie dat deze verordening niet kan, maar daar mag ik niet over beslissen. Ik mag wel de volgende vraag stellen.
Vraag: Wat zijn de rechtsgevolgen van een beslissing op een subsidieaanvraag?

Dit stuk is bedoeld als een bijdrage in de discussie vooruitlopend op iets dat wordt bedoeld in het voorstel voor een motiemarkt.

Leo de Vreede



dinsdag 22 januari 2019

Grave? Uitdagend !!


Grave? Uitdagend
Dit artikel is al verschenen in de Arena)

Louis Sparidans noemde de in de Arena de Graafse situatie in zijn nieuwste bijdrage “belabberd”. Ik had na de agendacommissie van 8 januari en het verschijnen van de commissieagenda’s de nijging er “belabberd en lachwekkend” van te maken. Dat was me toch wat te negatief. De term “uitdagend” wordt tegenwoordig veel gebruikt als men de term “nagenoeg hopeloos” te hard vindt klinken. In deze reactie zal mij daarom ook vooral richten op de uitdagingen die ik in de agenda’s voor de komende commissievergaderingen zie. U zult dan merken dat die uitdagingen veelal zitten in het thema “werkwijze van de raad”. Ik geef die aan door er (tip) achter te zetten.

Op een enkel voorstel ga ik in een afzonderlijk artikel wat dieper in.

Niet op de agenda’s geplaatste stukken.
De voornaamste taak van de agendacommissie lijkt te zijn te beoordelen of de agenda’s wel voor 22:30 uur kunnen zijn afgewerkt. Als men voor dat heilige sluitingsuur vreest is het voornaamste criterium of er door uitstel van het besluit problemen ontstaan. Kennelijk mag de agendacommissie geen oordeel mening hebben over de vraag of het voorstel wel rijp is voor een volwaardig besluit. (Ik ga nu niet dieper in op de definitie van een volwaardig besluit). Er zijn twee slachtoffers, waarvan één volgens mij te betreuren.

1.    Het voorstel voor subsidiëring van de bibliotheek. De vraag was of de subsidie gehandhaafd zou blijven of niet. Besluiten om de subsidie te stoppen zou voor de bibliotheek fataal kunnen zijn. Als dat serieus wordt overwogen is uitstel van het besluit om wat vergadertijd uit te sparen op zijn zachts gezegd onfatsoenlijk. Het voorstel is echter dat het volkomen verantwoord en aan te bevelen is de subsidie te handhaven. Kennelijk heeft niemand daar nog vragen over en dus zal uit uitstel geen bloed vloeien. De uitdaging is nu om aan te geven hoeveel vergadertijd met het uitstel wordt gewonnen. (tip) De bibliotheek kan gerust zijn.
2.    Ook het voorstel over werkwijze van de raad en de daaruit voorvloeiende verordeningen over de gemeenteraad en de commissie zijn doorgeschoven naar de volgende raadcyclus. Dat doorschuiven is niet door de agendacommissie gebeurd maar door het fractievoorzittersoverleg (volgens het geldende reglement presidium geheten), en dus vertrouwelijk en zonder opgaaf van reden.

Dat het voorstel niet in de raad komt is heel verstandig. Het is onvolledig, onrijp en nog van alles waarvoor het begrip “uitdagend” een understatement is. Het probleem van de gebrekkige communicatie dat nu bijna 3 jaar geleden werd geconstateerd is er nog steeds. Het gaat daarbij om de communicatie tussen allen die bij het bestuur van de gemeente Grave zijn betrokken. De nu uitgestelde voorstellen blijven beperkt tot de communicatie binnen de raad zelf en de maatregelen zijn weinig meer dan symptoombestrijding. Kortom de uitdaging is eindelijk samen met alle betrokkenen er iets goeds van te maken.(tip)

Of het nu aangekondigde vervolg een goede wijze van oppakken van die handschoen kan worden genoemd durf ik niet eens meer uitdagend te noemen. De behandeling van de nu voorliggende stukken is gewoon onveranderd doorgeschoven naar de volgende cyclus. Er is alleen een extra (besloten!?) werkbespreking van de raad op 19 februari na de agendacommissie, dus nadat alle stukken volledig beschikbaar moeten zijn. (tip)


Commissie Ruimte
Raadsinformatiebrieven (RIB), die heel nuttig zijn om de raad (en de bevolking) op de hoogte te houden van het verloop van processen, worden niet geagendeerd voor commissievergaderingen (tip). Interessant is de RIB 2018-63 over de verkeersstromen bij de nieuwe school in het Estersveld. De vraag die zich daarbij opdringt is of de investeringen aan rijwielpad en Stoofbrug waartoe besloten is nog wel nodig zijn.

Agendapunt 6 Uitvoeringsagenda Vestingvisie
De voorgestelde activiteiten en de financiering ervan sluiten goed aan op hetgeen over de vestingvisie al is gezegd, geschreven en besloten. En er gaat door hiermee in te stemmen iets concreets gebeuren. Toch heb ik een groot bezwaar. Het is me teveel ingebed in de huidige normale bestuurlijke routine van de gemeente. En die is juist aan renovatie toe, waarbij ik al verder wil gaan dan de raad op dit moment. Een project als dit verdient een eigen structuur. Natuurlijk moet de planning voor de visie aansluiten op andere projecten. Nu op korte termijn het tijdelijke parkeerterrein in de Waterlinie moet verdwijnen zou aanleg van een permanent terrein op het Visioterrein of bastion Blauwkop (voetbalveldje) al in het uitvoeringsprogramma moeten zitten. Dat de aanleg van een parkeerterrein wordt gefinancierd door gebruik te maken van het voormalige mobiliteitsfonds kan ik begrijpen, maar de mededeling dat ook de nu gevraagde voorbereidingskosten voor de hele visie hieruit kunnen worden gedekt lijkt sterk op de greep van € 2.000.000 uit het rioolfonds.

Agendapunt 7 SOK herontwikkeling Drie-eenheid Velp
SOK staat voor Samenwerkingsovereenkomst. Met het uitleggen van de betekenis van een afkorting gaat meestal de tijdwinst die uit een afkorting wordt verkregen verloren.
De Gemeenteraad heeft een tijd terug ingestemd met een samenwerkingsverband van provincie, gemeente en eigenaren van de drie (voormalige) religieuze complexen in Oud Velp. Uitwerken van die samenwerking is een taak van het college. De raad moet het college wel weer controleren. Een tussentijdse controle kan een hoop ellende bij een eindcontrole voorkomen. Daarom kan de raad o.a. aangeven dat zij bij het afsluiten van deelcontracten geconsulteerd moet worden. Dat is hier het geval.
Het zou goed zijn als bij alle processen en projecten van te voren wordt vastgelegd op welke momenten de gemeenteraad wordt geïnformeerd over de gang van zaken en dat op een of andere manier wordt vastgelegd dat er met de rapportage wordt ingestemd. Dat hoeft lang niet altijd een formeel raadsbesluit te zijn. Raadsinformatiebrieven zijn daarvoor al een goed middel. (tip)

Agendapunten 8-12 Beheerplannen
Over deze voorstellen heb ik geen opmerkingen. Ik vind wel dat deze onderwerpen zich uitstekend lenen voor presentatie aan de bevolking. (tip) Met name in het groenbeheerplan is er al heel wat aandacht voor de betrokkenheid van de inwoners. Het zou interessant zijn van de daarbij betrokken wijk- en dorpsraden zelf te vernemen hoe zij over de aanpak denken.

Agendapunt 13 afkoppelen hemelwater 2018
Het is een beetje flauw op te merken dat het nu 2019 is. Dat ik het toch doe komt omdat het volgens mij samenhangt met de bijzondere ambtelijke organisatie in Grave. Grave heeft gewoon geen ambtelijke organisatie. Wij doen het met CGM en dan is het logisch en toe te juichen wanneer projecten die in de drie gemeenten beleidsmatig hetzelfde worden aangepakt ook werkelijk als één project worden gezien. Dit project is er zo een. Ook in Cuijk en MIll zijn eind 2018 nagenoeg gelijkvormige voorstellen aan de orde geweest. Daar is het besluit al genomen. Wat moet Grave nu nog?

Afkoppelen van hemelwater is zonder klimaatwijziging al zinvol en met zelfs noodzakelijk. Het is niet voldoende daar in nieuwe situaties rekening mee te houden. Ook van bestaande daken en tuinen moet het regenwater uit de riolering weg. Dat kan alleen wanneer de betrokken eigenaren daar de zin van inzien en bereid zijn te investeren. Een financiële bijdrage vanuit de hele gemeenschap kan daarvoor een stimulering zijn. Maar alleen besluiten een stimuleringsregeling in te stellen zonder eerst alles in het werk te stellen eigenaren en gebruikers te overtuigen van nut en noodzaak van deze operatie is niet effectief. Informatie en betrekken van de bevolking moet eerst worden georganiseerd (tip)

Dit is niet nieuw. Eigenlijk is dit voorstel niet meer dan een uitwerking van het besluit over het hemelwaterbeleid dat in maart 2018 is genomen. Ook toen werd  gevraagd naar een communicatieplan. Hetzelfde gebeurde maar dan bij motie bij de vaststelling van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) dat in december 2017 door de raad is vastgesteld. Het hemelwaterbeleid is daar een onderdeel van. Tot nu toe is van een echte aanpak geen sprake.

Agendapunt 14 Kadernota Omgevingsdienst Brabant Noord (OBDN)
Dit voorstel vloeit voort uit één van de vele gemeenschappelijke regelingen waarbij de gemeenteraad wel een formele bevoegdheid heeft maar in feite geen zelfstandig beleid kan voeren (en dat is meestal maar goed ook). Mede daarom vragen deze regelingen zeker in de commissie vrij veel vergadertijd. Aangezien het veelal jaarstukken zijn mag je gerust van een GR-seizoen spreken. Er is wel een manier om die last te verlichten en beter te verdelen. (tip)

Commissie Inwoners en bestuur

Inhoudelijk kan ik op de agenda van deze commissie niets toevoegen aan hetgeen naar mijn idee door de commissieleden zelf al zal worden opgemerkt. Het meest ingrijpende voorstel, dat over de werkwijze van de raad is afgevoerd.

Agendapunt 8 Fusie voetbalverenigingen
Het voorstel voor de fusie van de voetbalverenigingen is net binnen. Er komt eerst een presentatie waarvan ik mij afvraag waarom die in een besloten werkbespreking plaats vindt. Het voorstel is immers al openbaar en volgens de huidige werkwijze kan daar pas in de raadsvergadering via een amendement iets aan worden gewijzigd(tip). De fusie is een zaak van de verenigingen zelf. Voor de gemeente gaat het om de vraag of de gemeente Grave in staat en bereid is in een nieuw sportcomplex te investeren. Gezien de financiële situatie van onze gemeente en de andere zaken die aandacht en geld vragen is een zorgvuldige afweging dan toch wel wenselijk. En daar is tijd voor nodig Als je dan leest dat de fusie en de wens naar een nieuwe accommodatie beslist niet uit lucht zijn komen vallen is mijn eerste opmerking dat dit wel een leermoment is voor de nieuwe werkwijze (tip). Het voorstel suggereert allemaal wel dat ook deze investering volkomen verantwoord is. maar het adagium “oud voor nieuw” ben ik in de stukken nog niet tegengekomen.

Waarom opeens die haast? Misschien omdat het wel fijn zou zijn als de fusie van sportverenigingen en concentratie van sportaccommodaties in Grave gerealiseerd kan worden voordat we met z’n allen opgaan in een groter geheel? Maar Grave blijft zelfstandig dus dat kan de reden niet zijn. 

In de stukken vind ik de positie van de voetbalvereniging in Gassel en de hockeyvereniging wat merkwaardig. Op zijn minst een zijdelingse blijk naar andere sportaccommodaties zoals de tennisaccommodaties ook verstandig. Uiteindelijk zijn alle accommodaties verregaand geprivatiseerd. Wat de doen als de tennisverenigingen ook gaan fuseren?

Agendapunt 14 Initiatiefvoorstel Motiemarkt
Hoera. Eindelijk komt iemand met een voorstel iets te doen. En dat na bijna drie jaar praten over een betere werkwijze van de raad met als doel de bevolking beter bij het bestuur te betrekken. Dit voorstel mag niet zonder meer worden afgewezen. U voelt het al aankomen; ik vind dit een sympathiek voorstel maar zou er toch niet voorstemmen.

Volgens dit voorstel wordt het initiatief weer bij de bevolking zelf gelegd. Het is helaas zo dat je tegenwoordig de meeste mensen pas in beweging krijgt als je ze op de tenen trapt. Dan komen ze wel. Dat is ook in Grave al en paar keer gebleken. De gemeente zal daarom eerst zelf naar buiten moeten komen en daar zijn best heel simpele mogelijkheden voor. Je moet alleen niet denken dat het direct storm loopt. Er is tijd voor nodig. Natuurlijk kan ik, en ik zal niet de enige zijn, best ideeën aandragen. (tip).

Als de voorstel toch ongewijzigd wordt aangenomen zal ik wel een kraam bezetten met als onderwerp een verbeterde werkwijze van de raad. Wellicht dat Gravepolitiek ook zover is te krijgen.

Slot
Dit lijkt mij een uitdagend en dus passend slot aan dit artikel met als thema GRAVE BESTUREN IS UITDAGEND

zaterdag 19 januari 2019

Grave besturen in 2019


Het terugblikken op 2018 is voorbij, dus nu de blik op 2019. Naast het gewone reilen en zeilen in een gemeente als Grave zijn er drie grote thema’s die in de komende tijd aandacht vragen. En dat alles in het kader van “de beste beslissing voor onze inwoners”. Inmiddels is ook het programma voor de eerste raadsvergadering in 2019 bekend. Toetsing van dat programma aan deze thema’s zal nog enige tijd vergen. Mijn mening daarover vindt u binnenkort op https://graafsetribune.blogspot.com

Het eerste thema: De zelfstandigheid van de gemeente Grave
Het formele standpunt van de Graafse raad is dat een zelfstandige gemeente Grave voor het heilige doel het beste zou zijn. Alleen ontbreekt daarbij nog de overtuiging dat die zelfstandigheid inderdaad voor de inwoners het beste oplevert. Daarom is het eerste thema waar het gemeentebestuur van Grave zich bezig moet houden nu echt een keuze te maken waar de raad zich hard voor gaat maken en dus zich ook actief gaat verzetten tegen het alternatief. Het college moet een onderzoek instellen naar twee alternatieven. Het gaat om behouden van de zelfstandigheid of samen met Cuijk en Mill één gemeente vormen. Op zich al een merkwaardige opdracht. Bij een fusie met Cuijk en Mill wordt de zelfstandigheid toch al opgegeven. Waarom wel half werk accepteren? De opdracht is ook bijzonder vaag. De eerste vraag is dan ook hoe het college deze opdracht interpreteert. Het zal niet eenvoudig zijn nog iets nieuws te vinden na alles wat er al is onderzocht en door andere gemeenten in het Land van Cuijk besloten. Het college kan natuurlijk gewoonweg doen wat de raad in de motie heeft vastgelegd en een bureau opdragen lijstjes te maken van voor- en nadelen van een zelfstandig Grave en van een gemeente CGM, die ambtelijk al bestaat. Er verschijnt dan wel weer een rapport en wie dan leeft die dan zorgt.

Het zou ook kunnen zijn dat het college een eigen mening heeft over deze opdracht van de raad en eerst met een onderzoeksvoorstel komt. In de herfst van 2017, toen ook al een soortgelijk onderzoek in beeld was, werd de raad gewaarschuwd dat de raad die opdracht aan het college wel duidelijk moest formuleren en ook de middelen in geld en tijd beschikbaar zou moeten stellen. Daar is toen niet meer op teruggekomen. Normaal is dat een college allereerst op een motie reageert met het geven van zijn visie op de uitvoerbaarheid. In het programma voor de raadsvergadering op 12 februari heb ik echter nog geen aanwijzingen gevonden voor de aanpak.

De laatste jaren is het college nogal terughoudend met het geven van een eigen mening over uitspraken van de raad. “Dat hebben jullie zelf zo beslist” is nog al eens de reactie vanuit het college op kritiek uit de raad op de gang van zaken. Natuurlijk hebben beide bestuurscolleges hun eigen bevoegdheden en dus hun eigen kans op stommiteiten. Daarom heeft de raad ook de taak het college op dergelijke stommiteiten te controleren en te corrigeren. De omgekeerde bevoegdheid ontbreekt. Het college kan de raad niet wegsturen. Maar niets weerhoudt het college de raad te waarschuwen voor de gevolgen van niet zo goed overdachte uitspraken. Daarmee ben ik bij het tweede thema.

Het tweede thema: de werkwijze van de gemeentelijke bestuurscolleges.
Het besturen is er niet eenvoudiger op geworden. Dat geldt voor alle bestuursniveaus, van wijk tot en met de wereld in zijn geheel. Het speelt dus ook in Grave. Er zijn inmiddels allerlei technieken ontwikkeld die, indien juist toegepast, leiden tot uitvoerbare besluiten die door de burgers worden begrepen en geaccepteerd. Tegenwoordig wordt participatie, dus actieve medewerking van de burger in het hele proces als een goede aanpak gezien.

Er is een universele 80-20 regel die zegt dat 80% van je energie, aandacht of geld nodig is voor 20% van je problemen. Die regel geldt ook voor bestuurlijke onderwerpen. De betekenis van die regel is dat als teveel van je besluiten extra aandacht vragen om uitvoerbaar of handhaafbaar te zijn er iets goed mis is.

Zo is het ook in Grave. Daarbij spelen drie factoren een rol
  • ·         De kwaliteit van het besluit. Een besluit moet uitvoerbaar zijn. Het multifunctioneel centrum bij Catharinahof zou worden gefinancierd door verkoop van Esterade en Katrien. Bij het nemen van dit besluit was al bekend dat dit verkeerd was en niet zou lukken.
  • ·         De betrokkenheid van de inwoners. Een besluit moet worden begrepen en geaccepteerd. Bij de aanpak van het snippergroen is daar veel te weinig aandacht aan geschonken.
  • ·         De rolverdeling tussen betrokken organen. We kennen burgemeester, college, gemeenteraad en ambtelijke organisatie als bestuursorganen. Zeker in de huidige maatschappij hebben maatschappelijke organisaties ook een rol bij het tot stand komen en uitvoeren van besluiten. Ook de wijze waarop men in de bestuurlijke organisatie met elkaar omgaat is belangrijk. In Grave moest de laatste jaren worden geconstateerd dat de wijze van vergaderen niet bepaald vertrouwen wekte voor de kwaliteit van de besluiten.

Vaak spelen meer factoren een rol. Bij de bouw van de brede school is in een te laat stadium aandacht besteed aan de bereikbaarheid van die school. Ook de omwonenden en ouders zijn te laat en op een verkeerde manier ingeschakeld. Ze werden betrokken als bezwaarmakers en niet als participanten bij een proces dat voor hen was bedoeld.

Al enkel jaren  geleden is de gemeenteraad intern begonnen aan verbetering. Daarvoor was vooral onaangename sfeer tijdens vergaderingen aanleiding. Op dat gebied is verbetering te constateren. Volgens de planning wordt dit voorjaar het proces afgerond met een nieuw reglement van orde. Zo’n nieuw reglement is inderdaad het sluitstuk, maar dan wel voor een veel omvangrijker proces dan “Anders vergaderen”. Een op respectvolle wijze genomen verkeerd besluit dat niet wordt begrepen door degenen die er mee worden geconfronteerd zal ook niet de bedoeling zijn.

Op de agenda voor 12 februari is de werkwijze van de raad geagendeerd. Dat is inderdaad volgens de planning. Het voorstel mondt uit in een nieuw reglement van orde en een nieuwe verordening op de commissies. In de doelstellingen staat als tweede van de vier doelstellingen: “De raad wil de inwoners van Grave meer betrekken bij de eerste fase: beeldvorming”. De uitwerking van de doelstellingen is vaag en die over de rol van de inwoners bijzonder vaag. Het kan dus nog alle kanten uit waaronder de goede. Daarvoor is het derde thema dat dit jaar aan de orde komt heel geschikt.

Het derde thema: kernendemocratie
Tijdens de studie naar de bestuurlijke organisatie in het Land van Cuijk die uitmondde in het voorstel voor één gemeente is aandacht besteed aan de betrokkenheid van de burgers bij het bestuur van die gemeente. Zeker bij een schaalvergroting als hier aan de orde een belangrijk onderwerp. Kernendemocratie zou de aanpak moeten zijn. Vooral het CDA en met name in Grave heeft zich hiervoor sterk gemaakt. Alhoewel Grave niet meedoet aan de voorbereiding door die ene gemeente is wordt het onderwerp wel genoemd in het bestuursprogramma. Ook is er een portefeuillehouder. In de stukken over de nieuwe werkwijze heb ik het begrip niet gevonden. Wel komt er een motie van LPG over een motiemarkt aan de orde die onder de paraplu kernendemocratie zou kunnen worden gebracht. Doorgaan met afwachten?

Slotwoord
Bij mijn goede wensen voor 2019 aan u allen sluit ik ook een goede relatie tussen burger en gemeentebestuur in. En als eerste wens hoop ik dat de inbreng van burgers serieus wordt genomen. Dat kan zijn door geargumenteerd mee te delen dat het onzin is. “Wie zwijgt stemt toe” is, vrees ik, een verkeerde interpretatie van het achterwege blijven van inhoudelijke reacties.

Grave blijft een zelfstandige gemeente ! (?? ?)


Grave blijft een zelfstandige gemeente ! (?? ?)
Deze stoere uitspraak tot en met het uitroepteken fungeert in de gemeenteraad van Grave als wat tegenwoordig in bestuurlijk jargon de  stip aan de horizon wordt genoemd. Het blijkt ook weer na de raadsvergadering 11 december. Dat was inmiddels de derde keer dat de raad van Grave een uitspraak deed over de vraag of Grave mee zou doen aan het tot stand komen van één gemeente Land van Cuijk. De eerste maal was in september 2017. Het voorstel voor één gemeente in het Land van Cuijk was na vijf jaar voorbereiding door de samenwerkende gemeenteraden tot stand gekomen. Zoals bekend zeiden Boxmeer, Cuijk en St. Anthonis “ja” en Mill-en-St. Hubert “nee”. Grave besloot het besluit uit te stellen omdat men –redelijk laat- vond dat eerst via een opiniepeiling de bevolking geraadpleegd moest worden. Die opiniepeiling moest objectief en apolitiek zijn. Kennelijk houdt dit in dat vooraf aan de bevolking geen informatie zou worden gegeven. Die late ontdekking werd ook nog vertroebeld doordat op het laatste moment de optie een fusie van Cuijk, Grave en Mill als mogelijke optie aan de opiniepeiling werd toegevoegd. Daarom heb ik het eerste vraagteken er maar achter gezet. Want hiermee zou Grave toch zijn zelfstandigheid al opofferen?

Zoals dikwijls met een opiniepeiling het geval is, bleek dat er in Grave, in zoverre men dit al een interessant onderwerp vindt, verschillend over wordt gedacht. Op basis van het resultaat kon de gemeenteraad geen keuze te maken. Men moest dit helemaal zelfstandig doen.

Het zou in september 2018 gebeuren. Er was een nieuwe coalitie gevormd tussen LPG en CDA. Het pikante van deze combinatie is dat deze partijen, althans volgens hun verkiezingsprogramma, op het gebied van de bestuurlijke organisatie lijnrecht tegenover elkaar staan. Er was nog geen bestuursakkoord bekend. Daarom werd, in ieder geval door degenen die het iets interesseerde, met belangstelling uitgekeken naar het raadsvoorstel. Met een citaat uit het bestuursakkoord zat het heel vernuftig in elkaar. Ik heb daar al eerder over geschreven. Over één gemeente Land van Cuijk zou deze periode niet worden gesproken. Het college kreeg opdracht de opties CGM en zelfstandig blijven nader uit te zoeken en in het voorjaar 2019 met een definitief voorstel te komen. Op het laatste moment kwam men tot de ontdekking dat een onderzoek naar een CGM-fusie alleen zin heeft als Cuijk en Mill daar iets voor voelen. Er werd daarom wel tot zo’n onderzoek besloten maar met uitvoering moest worden gewacht tot de antwoorden binnen waren.

Die antwoorden zijn binnen en op een iets diplomatiekere wijze dan ik hier neerschrijf was het antwoord dat Grave het zelf maar uit moest zoeken. Intussen zouden Boxmeer, Cuijk en St. Anthonis doorgaan met het voorbereiden van hun fusie. Nu met als streefdatum 1 januari 2022. Dat is nog voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen.

Zoals te verwachten hield de coalitie vast aan het onderzoeken van de kleine fusie en de zelfstandigheid. Daarvoor was geen besluit nodig. Een motie ingediend door LPG en CDA volstond om door te gaan me de onderzoeken. De oppositie had nog een tegenmotie ingediend om Grave aan het overleg over de fusie te laten meepraten. Daarmee was er eigenlijk geen stof meer voor discussie.

De tijd werd vooral besteed aan de positie van het CDA in de coalitie met betrekking tot dit onderwerp. De fractievoorzitter van het CDA verdedigde die met veel retoriek. Daarbij moet je goed tussen de regels door luisteren. In de discussie werd de reis naar een gemeentelijke fusie nogal eens vergeleken met een trein waar Grave alsnog zou kunnen instappen of niet. Wat CDA en LPG hebben afgesproken is dat die twee partijen niet in de trein zullen stappen maar samen tot de volgende verkiezingen in één auto parallel aan de spoorlijn zullen rijden (A12 en de spoorlijn Arnhem-Utrecht lenen zich daar goed voor) Bij de volgende verkiezingen zouden ze dan de situatie opnieuw kunnen bekijken. Dat nu gewerkt wordt aan een eerdere fusie is  nu een complicatie en dat zei de CDA-fractievoorzitter dan ook.

Het voorstel van Liberaal Land van Cuijk maar op te houden met praten en te gaan stemmen werd met een zucht van opluchting aanvaard. De motie van de coalitie werd aangenomen en die van de oppositie verworpen, natuurlijk in dezelfde verhouding.

Veel wijzer over de bestuurlijke toekomst zijn we niet geworden. Vandaar het tweede vraagteken.
Niemand heeft zich nog gewaagd aan een definitie van het begrip zelfstandige gemeente. De rest van de agenda wekt de indruk dat zelfstandigheid voor Grave weinig meer inhoudt dan het hebben van een eigen bestuursapparaat.

Er is nog een derde vraagteken Het staat wat verder weg. In 2019 komt de zaak weer aan de orde. Het zal dan lastig worden opnieuw een definitief standpunt voor zich uit te schuiven.

Nabeschouwing
In de huidige bestuurlijke structuur van ons land is verdergaande schaalvergroting, zeker nu de gemeenten steeds meer taken toebedeeld hebben gekregen, onvermijdelijk. De actieve betrokkenheid van de burgers bij het bestuur is nu al een probleem en daar moet zonder of met gemeentelijke herindeling aandacht aan worden gegeven.
Kernendemocratie, wat dat ook moge inhouden is daarvoor als remedie gegeven. Het zou goed zijn als Grave in de eigen auto, Boxmeer, Cuijk en St. Anthonis in de trein en Mill op eigen houtje daar samen aan gaan werken


Wandelen in een woestijn van drijfzand


Wandelen in een woestijn met drijfzand.
Dat gevoel kreeg ik tijdens de vergadering op 9 oktober van de commissie Inwoners en Bestuur van de gemeente Grave. Een raar gevoel dat moet worden uitgelegd.
De commissie begon met dezelfde mededeling als in de commissie Ruimte. Er zou worden geoefend met “anders vergaderen”. Dat hield onder andere in dat technische vragen van te voren schriftelijk moeten worden gesteld en beantwoord. Dat was nu natuurlijk een beetje moeilijk omdat het voor van te voren schriftelijk vragen stellen te laat was.

Wandelen?
Voor de vergadering was al voorgesteld om voorafgaand aan de raadsvergadering van 8 november nog een extra werkbespreking aan de ombuigingsvoorstellen te wijden. Later op de avond zou daar in een fractieoverleg over worden beslist. Daarmee was de noodzaak vanavond spijkers met koppen te slaan verdwenen. Iedereen  ging er daarom graag mee akkoord de vragen nog maar eens schriftelijk te stellen en te wachten op het eveneens schriftelijke antwoord. Echte pogingen om er uit te komen werden niet gedaan. Wandelen is daarvoor nog een te doelgerichte uitdrukking; achteraf was rondslenteren nog beter geweest.

Woestijn?
Volgens het nieuwe vergadersysteem zou de commissie zich vooral bezig moeten houden met het beoordelen van de voorstellen en het uitwisselen van gedachten daarover. Zonder antwoord op de vragen was ook dat natuurlijk wat lastig en het bleef dus bij het uitwisselen van al bekende standpunten over begroting en ombuigingsmogelijkheden. Het raadsvoorstel voor de ombuigingen is niet meer dan een lijst technische mogelijkheden minder geld uit geven dan nu. Geen visie en geen oog voor de maatschappelijke consequenties werd aan het college verweten. Zoals gebruikelijk stak het college geen helpende hand toe. Jullie hebben het zelf zo gewild en dus voeren wij het zo uit. Dat is ondertussen een standaard reactie van het college. En daarmee staat de raad dus hulpeloos in de chaos van mogelijkheden. Zo stel ik me ook de situatie in een woestijn voor.

Drijfzand?
Dat de financiële positie van Grave twijfelachtig is bleek al tijdens de commissie Ruimte. Daarbij ging de discussie vooral over de vraag of het glas half vol of half leeg zou zijn. Ook in deze commissievergadering bleek vooral de LPG er vertrouwen in te hebben dat het college de problemen wel zou oplossen. Waarop dat vertrouwen is gebaseerd kwam niet naar voren. Over een half vol of half leeg glas kan men van mening verschillen. In ieder geval is het maar voor de helft gevuld en uit vergelijking met de laatste jaren blijkt dat er ieder jaar wat minder in zit. Dat duidt niet op een stevig geplaveide weg naar een gezonde financiële positie.
Aan de steeds maar stijgende kosten van jeugdzorg werd nog extra aandacht besteed. Er moest worden ingestemd met het verlengen van het beleidsplan jeugdzorg. Daarmee wordt tijd gewonnen om een nieuw plan te maken en aan te besteden. Niemand twijfelt eraan dat dit veel meer geld gaat kosten. Ook bij gebrek aan alternatief verklaarde de hele commissie het voorstel tot A-stuk. In de raadsvergadering wordt er dus niet op teruggekomen. Wel bleek dat een deel van de te verwachten kosten niet in de begroting is opgenomen maar slechts in de risicoparagraaf vermeld. Dat lijkt op het in de begroting opnemen van de aanschaf van één staatslot in de verwachting dat daar de honderdduizend op valt. In de lijst ombuigingen zijn meer voorstellen te vinden met dit karakter
De kans dat de weg uit de financiële woestijn veelal uit drijfzand bestaat is dus wel erg groot.

Redding?
Inmiddels is bekend dat op 23 oktober in een openbare werkbespreking een nieuwe poging zal worden gedaan om de weg naar een zonnige toekomst te vinden. Tot 17 oktober kunnen vragen schriftelijk worden ingediend. Vervolgens komen de antwoorden en dan moeten de fracties voor 23 oktober nog met alternatieven voor het collegevoorstel komen.
Het is toch nog wel de bedoeling op 6 november een begroting vast te stellen die zekerheid geeft op een structureel positief resultaat binnen 4 jaar? De vraag of de Graafse gemeenschap voor zo’n begroting de gevraagde offers wil brengen durf ik eigenlijk niet eens te stellen. Of is dat de prijs die we voor zelfstandigheid over moeten hebben? Wethouder Joosten stelde in een artikel dat de oorzaak van de financiële problemen ligt in het naar de gemeenten schuiven van een aantal taken zonder daarbij voldoende financiële middelen te verschaffen. Hij heeft gelijk dat hiermee een groot deel van de problemen kan worden verklaard. Tegelijkertijd is het één van de redenen waarom opgaan in één gemeente Land van Cuijk onvermijdelijk is.