maandag 1 oktober 2018

Vooruitblik raadsvergadering 18 november 29018


De voorbereiding van de raadsvergadering op 18 november  is begonnen met de agendacommissie. Er staan belangrijke onderwerpen op de rol als een nieuwe parkeernota en de begroting voor 2019.

De raad van Grave mag ook nog een zienswijze indienen op de begroting van de Omgevingsdienst Brabant Noord Oost (ODBN). Dat is weer zo’n samenwerkingsverband waar de raad van Grave nauwelijks invloed op heeft. Het voorstel is dan ook geen zienswijze in te dienen maar wel de ontstane financiële (nadelige) gevolgen mee te nemen bij de periodieke bijstellingen van de begroting in 2018 en 2019. Daarbij kun je wel de vraag stellen waarom men die voor 2019 niet direct meeneemt bij de begroting.

Parkeernota
De “Parkeernota 2018 Grave-actualisering parkeerbeleid, maart 2018”, zoals de volledige titel luidt, volgt het Parkeerbeleidsplan 2010-2015 op. Met  de voorbereiding is dus heel wat tijd gemoeid geweest. Intussen zijn er op detailniveau wel enkele verfijningen aangebracht. In maart 2018 heeft de gemeenteraad nog een beslissing genomen over de parkeernormennota. Daarin is vastgelegd welke eisen de raad stelt aan goede parkeervoorzieningen. Het antwoord op de vraag hoe dat moet worden gerealiseerd werd overgelaten aan de nu voorliggende nota. Merkwaardig is wel dat die ook de datering maart 2018 draagt.

Inhoudelijk vind ik de nota mager. Er is een aantal aanbevelingen, maar voor antwoord op de voor de hand liggende vragen wat daarvan de financiële en personele consequenties zijn wordt naar de toekomst verwezen. Aanvankelijk zou ook nog een voorstel om een definitief parkeerterrein in het Visiogebied aan te leggen aan de orde komen. Ergens in het bestuurlijk traject is dit voorstel kennelijk gesneuveld.

Natuurlijk trok de communicatieparagraaf mijn speciale aandacht. In de periode 2015 en 2016 is er goed overleg geweest, gericht op de situatie in de binnenstad. Dat overleg met de wijkraad en de ondernemers leverde een aantal aanbevelingen op die in de parkeernota 2018 zijn terug te vinden, maar nog steeds als aanbeveling. Na de slecht bezochte inloopbijeenkomst in het voorjaar 2017 was de verwarring  over de knip van maart 2018 het eerstvolgende contact. Dit heeft geleid tot het volgende citaat in het raadsvoorstel: “Wij hebben dan ook besloten om, voorafgaand aan de behandeling van dit raadsvoorstel, op ambtelijk niveau de eerdergenoemde groeperingen ‘bij te praten’. Dit is dan meteen de opmaat voor toekomstig overleg, want in het voorwoord van de Parkeernota staat niet voor niets: “Tijd en gelegenheid zal ingeruimd worden om – in dialoog met bewoners en ondernemers – te kijken naar kansen om ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid en parkeren te combineren.”” Alhoewel het raadsvoorstel inmiddels in behandeling is heeft dit “bijpraten” nog niet plaatsgevonden. Ook hier wordt goede wil niet concreet gemaakt.

Er is nog hoop. Parkeren is een onderwerp dat velen aanspreekt. Het is dan ook uitermate geschikt als thema voor een start met “kernendemocratie”. Na de commissievergadering ga ik wat dieper in op de parkeernota.

De begroting
De begroting was vroeger het politieke hoogtepunt van het jaar. Er werd een reeks vergaderingen en veel publicatie aan gewijd. Sinds een aantal jaren is dat politieke hoogtepunt verlegd naar de behandeling van de kadernota in het voorjaar.In de praktijk is dat de laatste raadsvergadering voor de vakantie. Tot nog toe is het echter niet gelukt in de kadernota stof aan te dragen voor een werkelijke politieke discussie over nieuw beleid, al dan niet in te ruilen voor oud beleid, en de financiële consequenties daarvan. Voor werkelijke “dialoog” met de bevolking was ook geen tijd. Dit alles werd dan doorgeschoven naar de begrotingsbehandeling. Zo ook dit jaar. Maar nu is de nieuwe begroting niets meer dan een herberekening op basis van een zwijgende gemeenteraad. Dat leidt tot een structureel tekort en dat mag niet. Daarom moet de raad in dezelfde vergadering de net vastgestelde begroting direct weer wijzigen. Daarvoor heeft het college de raad voorzien van een lijst met mogelijkheden voor ombuigingen. Een deel daarvan is geen werkelijke bezuiniging en doet dus geen pijn. Het zijn correcties op de cijfers. Dan stel je natuurlijk de vraag af waarom die niet zijn verwerkt in de oorspronkelijke begroting. Over de rest zou een politieke discussie moeten worden gevoerd. Een zich respecterende politieke partij zou in dus discussie zijn achterban willen betrekken. Daarvoor ontbreekt nu de tijd. Er is door enkele fracties al gesputterd. Dus maar even de behandeling in de commissie afwachten alvorens er dieper op in te gaan.

Werkwijze van de raad
Uit voorgaande onderwerpen wordt nog eens benadrukt dat de werkwijze van de raad en daarbij de rol van de burgerij aan herziening toe is. Daar wordt al een aantal jaren aan gewerkt. Ook in de agendacommissie werd er aandacht aan besteed. Allereerst naar aanleiding van de inspreekbeurt van Wil Baaijens in de laatste raadsvergadering waarin hij stelde dat de raad had besloten niet meer te reageren op ingekomen brieven van burgers. De griffie werkt eraan. Maar ik kreeg de indruk dat het niet zozeer gaat om de vraag in  hoeverre  je dergelijke inbreng serieus moet nemen, maar meer om de procedure om mee te delen dat het stuk voor kennisgeving is aangenomen. Ook de reactie van het raadslid Roland Eijbersen in de Arena op een artikel van Louis Paridans is nog terughoudend. Dat hij zich ook in de Arena waagt is natuurlijk een stap voorwaarts.

In de agendacommissie werden ook wat onderwerpen genoemd uit de bespreking met de externe begeleider die op 11 september is geweest. Daarbij bleek veel overeenkomst met de discussie over de werkwijze van raad en commissies in  de negentiger jaren van de vorige eeuw. Kennelijk is de politieke wereld niet zoveel veranderd. Vreemd vond ik wel weer dat waar het hele systeem samenhangend wordt bekeken toch weer afzonderlijk over de auditcommissie wordt gesproken. Of  de publieke tribune als een wezenlijk onderdeel van het bestuurlijk proces wordt gezien is ook nog een open vraag.

Het is de bedoeling de nieuwe werkwijze begin 2019 al in verordeningen en andere regelingen te hebben vastgelegd. Alvast nagaan hoe indertijd tegen het bestuurlijk proces werd aangekeken kan daarom geen kwaad.