Wandelen in een
woestijn met drijfzand.
Dat gevoel kreeg ik tijdens de vergadering op 9 oktober van
de commissie Inwoners en Bestuur van de gemeente Grave. Een raar gevoel dat
moet worden uitgelegd.
De commissie begon met dezelfde mededeling als in de
commissie Ruimte. Er zou worden geoefend met “anders vergaderen”. Dat hield
onder andere in dat technische vragen van te voren schriftelijk moeten worden
gesteld en beantwoord. Dat was nu natuurlijk een beetje moeilijk omdat het voor
van te voren schriftelijk vragen stellen te laat was.
Wandelen?
Voor de vergadering was al voorgesteld om voorafgaand aan de
raadsvergadering van 8 november nog een extra werkbespreking aan de
ombuigingsvoorstellen te wijden. Later op de avond zou daar in een
fractieoverleg over worden beslist. Daarmee was de noodzaak vanavond spijkers met
koppen te slaan verdwenen. Iedereen ging
er daarom graag mee akkoord de vragen nog maar eens schriftelijk te stellen en te
wachten op het eveneens schriftelijke antwoord. Echte pogingen om er uit te
komen werden niet gedaan. Wandelen is daarvoor nog een te doelgerichte
uitdrukking; achteraf was rondslenteren nog beter geweest.
Woestijn?
Volgens het nieuwe vergadersysteem zou de commissie zich
vooral bezig moeten houden met het beoordelen van de voorstellen en het
uitwisselen van gedachten daarover. Zonder antwoord op de vragen was ook dat
natuurlijk wat lastig en het bleef dus bij het uitwisselen van al bekende
standpunten over begroting en ombuigingsmogelijkheden. Het raadsvoorstel voor
de ombuigingen is niet meer dan een lijst technische mogelijkheden minder geld
uit geven dan nu. Geen visie en geen oog voor de maatschappelijke consequenties
werd aan het college verweten. Zoals gebruikelijk stak het college geen
helpende hand toe. Jullie hebben het zelf zo gewild en dus voeren wij het zo
uit. Dat is ondertussen een standaard reactie van het college. En daarmee staat
de raad dus hulpeloos in de chaos van mogelijkheden. Zo stel ik me ook de
situatie in een woestijn voor.
Drijfzand?
Dat de financiële positie van Grave twijfelachtig is bleek
al tijdens de commissie Ruimte. Daarbij ging de discussie vooral over de vraag
of het glas half vol of half leeg zou zijn. Ook in deze commissievergadering
bleek vooral de LPG er vertrouwen in te hebben dat het college de problemen wel
zou oplossen. Waarop dat vertrouwen is gebaseerd kwam niet naar voren. Over een
half vol of half leeg glas kan men van mening verschillen. In ieder geval is
het maar voor de helft gevuld en uit vergelijking met de laatste jaren blijkt
dat er ieder jaar wat minder in zit. Dat duidt niet op een stevig geplaveide
weg naar een gezonde financiële positie.
Aan de steeds maar stijgende kosten van jeugdzorg werd nog
extra aandacht besteed. Er moest worden ingestemd met het verlengen van het
beleidsplan jeugdzorg. Daarmee wordt tijd gewonnen om een nieuw plan te maken
en aan te besteden. Niemand twijfelt eraan dat dit veel meer geld gaat kosten.
Ook bij gebrek aan alternatief verklaarde de hele commissie het voorstel tot
A-stuk. In de raadsvergadering wordt er dus niet op teruggekomen. Wel bleek dat
een deel van de te verwachten kosten niet in de begroting is opgenomen maar
slechts in de risicoparagraaf vermeld. Dat lijkt op het in de begroting opnemen
van de aanschaf van één staatslot in de verwachting dat daar de honderdduizend
op valt. In de lijst ombuigingen zijn meer voorstellen te vinden met dit
karakter
De kans dat de weg uit de financiële woestijn veelal uit
drijfzand bestaat is dus wel erg groot.
Redding?
Inmiddels is bekend dat op 23 oktober in een openbare
werkbespreking een nieuwe poging zal worden gedaan om de weg naar een zonnige
toekomst te vinden. Tot 17 oktober kunnen vragen schriftelijk worden ingediend.
Vervolgens komen de antwoorden en dan moeten de fracties voor 23 oktober nog
met alternatieven voor het collegevoorstel komen.
Het is toch nog wel de bedoeling op 6 november een begroting
vast te stellen die zekerheid geeft op een structureel positief resultaat
binnen 4 jaar? De vraag of de Graafse gemeenschap voor zo’n begroting de
gevraagde offers wil brengen durf ik eigenlijk niet eens te stellen. Of is dat
de prijs die we voor zelfstandigheid over moeten hebben? Wethouder Joosten
stelde in een artikel dat de oorzaak van de financiële problemen ligt in het
naar de gemeenten schuiven van een aantal taken zonder daarbij voldoende
financiële middelen te verschaffen. Hij heeft gelijk dat hiermee een groot deel
van de problemen kan worden verklaard. Tegelijkertijd is het één van de redenen
waarom opgaan in één gemeente Land van Cuijk onvermijdelijk is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten