vrijdag 20 december 2019

Zienswijze Herindeling Cuijk, Boxmeer Sint Anthonis





Grave 19 december 2019

Geachte colleges,

Inleiding

In zijn zienswijze doet de gemeenteraad van Grave nog steeds geen éénduidige uitspraak over het al of niet deelnemen aan het samenvoegen van de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en St. Anthonis. De zienswijze blijft beperkt tot de consequenties van de nu voorgenomen herindeling voor de ambtelijke organisaties. Daarbij wordt de gemeente Cuijk ten onrechte verantwoordelijk gehouden voor mogelijke problemen en het oplossen daarvan.

Ik voel mij daarom niet vertegenwoordigd door deze gemeenteraad en dus dien ik zelf een zienswijze in.

Samenvatting van de zienswijze

1.    Grave en Mill dienen van begin af aan deel uit te maken van de nieuwe gemeente Land van Cuijk. Mochten deze gemeenten daartoe niet zelf besluiten dan dienen provincie en of parlement die gemeenten hiertoe te dwingen.
2.    In de huidige samenleving is interesse van de bevolking voor het overheidswerk niet meer vanzelfsprekend. Bij de inrichting van de nieuwe gemeente dient aan dit aspect aandacht te worden besteed. Kernendemocratie, wat dat ook moge inhouden, is daarvoor te beperkt. Themademocratie is een betere benadering.
3.    Zo lang Grave en/of Mill niet daadwerkelijk tot meedoen hebben besloten moeten inwoners en organisaties, wanneer zij dat wensen, in de gelegenheid worden gesteld deel te nemen aan de inrichting van de nieuwe gemeente;
4.    De wens van Grave wel gebruik te maken van ambtelijke ondersteuning door de nieuwe gemeente is niet consequent. Bestuur en ambtelijk apparaat van een gemeente dienen een organisatorische eenheid te zijn. Een samenwerkingsverband dat ook maar enigszins lijkt op de huidige CGM-constructie is uit den boze.

Ad 1 Het herindelingsplan
Inleiding
In het huidige Nederlandse bestuur is de woonplaats, in de vorm van de gemeente, de kleinste bestuurlijke organisatie. Die structuur sluit niet meer aan op de maatschappelijke ontwikkelingen. De woonplaats is niet meer het bindend element. Schaalvergroting in de vorm van samenvoegen van gemeenten is lang de manier geweest om de ontwikkelingen te volgen. Tussenvormen zoals streekgewesten en deelgemeenten zijn uitgeprobeerd en weer verlaten. Een bestuurlijke organisatie gebaseerd op thema’s zou meer voor de hand liggen. We kennen het waterschap van ouds als functionele democratie. De huidige gemeenschappelijke regelingen waarbij per onderwerp gemeenten rond een thema zijn gegroepeerd gaan al in die richting. Alhoewel die gemeenschappelijke regelingen een eigen bestuur hebben moeten de formele beslissingen door gemeentebesturen worden genomen. Ook vallen grenzen samen met de huidige gemeentegrenzen en dat is vanuit het onderwerp vaak niet logisch.
Onder de huidige wetgeving is samenvoegen van gemeenten echter het enige middel om beter functioneren van het lokale bestuur te bereiken. De overdracht van een groot aantal zorgtaken van het rijk naar de gemeenten heeft de noodzaak tot schaal vergroten versterkt.

De situatie in het Land van Cuijk
Jaren van overleg tussen de 5 gemeenten in het Land van Cuijk en inschakelen van deskundigen hebben geleid tot het advies aan de vijf gemeenteraden om te besluiten samen één gemeente te gaan vormen. Alle 5 gemeentebesturen hebben aan dit advies meegewerkt, maar de wet schrijft voor dat alle betrokken gemeentebesturen daarmee instemmen alvorens de formele procedure kan worden ingezet. De gemeenten Grave en Mill hebben niet ingestemd.

Nu 2 gemeenten die keuze niet hebben gemaakt maar of, zoals Grave, een uitspraak hebben uitgesteld of, zoals Mill, het voorstel hebben afgewezen zijn er twee mogelijkheden:
·         Het werk van meer dan vijf jaar overdoen en zoeken naar een andere oplossing voor alle vijf de gemeenten zonder tot één gemeente te komen.

De nu gekozen aanpak Sint Anthonis, Boxmeer en Cuijk samenvoegen lijkt logisch maar is niet gebaseerd op de gemeenschappelijke rapportage. Er wordt geen oplossing geboden voor Grave en Mill, maar daarvan kan gezegd worden dat ze daar zelf voor hebben gekozen.

Het door Grave wederom aangedragen alternatief samenvoegen van Cuijk Grave en Mill lijkt eveneens logisch omdat die gemeenten al enkele jaren hun ambtelijke ondersteuning in een gemeenschappelijke regeling CGM hebben gestopt; een organisatorisch monstrum dat alleen was bedoeld als opstap naar één gemeente Land van Cuijk. Maar ook dit alternatief heeft geen basis in de voorgeschiedenis en het laat Boxmeer en Sint Anthonis in de kou staan. En die gemeenten hebben daar niet voor gekozen. Inmiddels heeft Cuijk dat alternatief ook afgewezen.

Het voor de hand liggende alternatief in de vorm van twee gemeenten in het Land van Cuijk waarbij Mill en Grave een gemeente vormen naast de nieuwe gemeente Land van Cuijk is blijkbaar voor niemand aantrekkelijk en dat is terecht.

Een redelijk alternatief voor één gemeente Land van Cuijk is er dus niet en daarom resteert de tweede mogelijkheid.

·         De gemeenteraden van Grave en Mill alsnog bewegen met het herindelingsplan in te stemmen.Dat kan door acties binnen die gemeenten.

In Mill is die actie gaande en is besloten eind januari een uitspraak van de burgers te vragen. Ik heb bedenkingen tegen een dergelijke aanpak. De gemeenteraad moet uiteindelijk beslissen en kan zich daarbij verschuilen achter het altijd voor discussie vatbare resultaat van een dergelijke opiniepeiling. Als de uitslag zo uitvalt dat de raad van Mill op die basis kan instemmen met één gemeente Land van Cuijk is dat een stap in de richting die voor het Land van Cuijk nog steeds als beste wordt gezien. Maar het kan ook zo zijn dat de uitslag de raad dwingt om te besluiten dat Mill niet meedoet. Wat moet er dan gebeuren?

In Grave hebben de voor- en tegenstanders van de ene gemeente zich ingegraven. De CDA-fractie, voorstander van één gemeente, heeft zich in de coalitie verbonden daar deze zittingsperiode niet meer over te praten. Aan de andere kant hebben de voorstanders van een eigen gemeente Grave ook nog geen definitieve uitspraak daarover aan de gemeenteraad gevraagd. Alle pogingen om uit de impasse te komen worden afgewezen of genegeerd.

Een gemeentebestuur kent drie organen, de gemeenteraad, het college en de burgemeester. Samen moeten die de gemeente in dezelfde, en liefst goede, richting besturen. Nu de gemeenteraad van Grave er niet uitkomt zou actie van het college en/of de burgemeester kunnen helpen de Graafse raad een verstandige beslissing te nemen. Het college houdt zich afzijdig en de burgemeester heeft als standpunt dat hij zijn mening niet in zijn functioneren hoeft in te brengen.

Grave komt er dus niet zelf uit.

In zijn zienswijze benadrukt ook het provinciebestuur dat het doel nog steeds is dat er één gemeente in het Land van Cuijk komt. Het is daarom noodzakelijk dat de CBA-gemeentebesturen en ook de provincie alles in het werk stellen ook in Grave de burgemeester, het college, de gemeenteraad en de burgers ervan te overtuigen dat één gemeente Land van Cuijk de beste toekomst biedt. Een definitief herindelingsbesluit kan dan door 5 gemeenten worden genomen en niet door 3 zoals nu voor maart 2020 is voorzien.

Ad 2 Rol van de bevolking.
Ter Inleiding
We leven in een parlementaire democratie. Dat wil zeggen dat we eens in de vier jaar een gemeenteraad kiezen. Die gemeenteraad neemt de beslissingen en wij worden geacht die beslissingen te accepteren, ook als het eigen belang iets anders zou willen. In de huidige tijd is de daarvoor noodzakelijke gezagsgetrouwheid en solidariteit veel minder aanwezig dan in het verleden. Dat moet worden ondervangen door te zorgen voor draagvlak voor een nog te nemen besluit. Draagvlak wordt gekweekt door de bevolking vanaf het begin te betrekken bij de ontwikkeling van een  project. Interactieve informatie is daarbij het instrument. Een opiniepeiling is een meetinstrument dat kan dienen om te beoordelen of een project rijp is voor een beslissing of dat er meer moet worden gedaan aan draagvlak kweken. Een referendum is een manier om besluiten te nemen die eigenlijk niet in een parlementaire democratie past en is alleen bruikbaar voor keuzes waarbij geen belangenafweging nodig is.
Het is tegenwoordig makkelijker mensen bereid te vinden te protesteren tegen een genomen beslissing dan mee te werken aan het tot stand komen van een besluit in het algemeen belang.
Draagvlak verkrijgen is dus niet eenvoudig.

Betrokkenheid tot nu toe en in het vervolg
Tot nu toe heeft het hele proces zich voornamelijk afgespeeld binnen de kringen van de gemeenteraden. Pas op het laatste moment werden openbare informatieavonden georganiseerd die dan ook matig werden bezocht.
De voordelen van een grotere gemeente zijn vooral direct merkbaar in de besluitvormingsprocessen. De burger zal vooral direct worden geconfronteerd met de nadelen, voornamelijk in de vorm van een grotere fysieke afstand tot de bestuursorganen. Met huidige technieken zijn daarvoor goede oplossingen voorhanden.

Als we de moderne mensen willen laten leven en werken in een moderne gemeente Land van Cuijk moeten we die mensen vanaf nu bij de opbouw van die gemeenten betrekken. Kernendemocratie is het kernbegrip dat zal worden toegepast. Dat suggereert dat sterk wordt gekeken naar de wijken, dorpen en de ene stad die straks samen de gemeente vormen. Ik vind dat te beperkt. Er zijn inderdaad zaken die per kern geregeld en beleefd kunnen worden, maar een groot deel van het leven speelt zich af buiten de directe woonomgeving en daar moeten we ons ook allemaal mee kunnen bemoeien. Kernendemocratie moet daarom een onderdeel zijn van themademocratie. En ook dat begrip moet door bestuurders en inwoners samen worden uitgewerkt.

Ook bij de opbouw van het ambtenarenapparaat kan inbreng van inwoners goed worden gebruikt.

Alles bij elkaar in één zin? Samen kunnen we van de gemeente Land van Cuijk iets moois maken.

Ad 3 Betrokkenheid gemeenten  Grave en Mill
Als er van wordt uitgegaan dat er één gemeente Land van Cuijk moet komen is het logisch dat de besturen en inwoners van alle gemeenten vanaf nu worden betrokken bij de inrichting van de nieuwe gemeente. Natuurlijk is het wat lastig de gemeentebesturen er daadwerkelijk bij te betrekken zolang zij niet hebben besloten. Het uitnodigen van wijk- en dorpsraden en andere maatschappelijke organisaties is wel mogelijk. In ieder geval moet informatie voor de inwoners en ondernemers in Grave en Mill goed bereikbaar zijn. Naar mijn idee is alleen bij de definitieve keuze van de vestigingsplaats noodzakelijk dat bekend is of Grave en Mill meedoen.

Ad 4 De gemeente Grave als partner bij de ambtelijke organisatie
De gemeenteraad van Grave geeft in zijn zienswijze veel aandacht aan de positie van de huidige gemeenschappelijke organisatie CGM. De voorgenomen fusie heeft inderdaad grote invloed op de toekomst van CGM en daar moet rekening mee worden gehouden. Dat zal het eenvoudigst zijn als Grave en Mill aan de fusie meedoen. De raad van Grave heeft daartoe niet besloten en daarmee Cuijk gedwongen uit de gemeenschappelijke regeling te treden. Het is daarom Grave en niet Cuijk die als spelbreker optreedt. Dat de raad van Grave dit nog als argument voor een fusie van Cuijk, Grave en Mill hanteert is te gek voor woorden.

Als mijn zienswijze wordt gevolgd wordt vanaf nu gewerkt aan één gemeente in het Land van Cuijk en dus één ambtelijke organisatie. Daarin kunnen CGM en de ambtelijke organisaties van Boxmeer en St. Anthonis worden opgenomen. Dat zal consequenties hebben voor de medewerkers, maar dat is normaal bij deze processen en daar zijn regels voor.

Als Grave en/of Mill niet betrokken worden bij de herindeling zal Cuijk zich moeten houden aan de regels die voor uittreden uit de gemeenschappelijke regeling CGM van toepassing zijn. Grave en Mill zullen dan zelf moeten zorgen voor eigen ambtelijke organisaties en dat zal niet eenvoudig zijn.

Naar mijn mening is een constructie als CGM, waarbij drie gemeentebesturen één ambtelijke organisatie aansturen ongewenst. CGM is opgericht als aanloop naar een bestuurlijke fusie. Een nieuwe gemeenschappelijke regeling met Mill, Grave en de gemeente Land van Cuijk acht ik uitgesloten. Niet verder moet worden gegaan dan dat Grave en Mill capaciteit kunnen inhuren bij de nieuwe gemeente, zoals bij een particulier bureau.

Slotwoord.
Het originele voorstel geeft 1 januari 2023 als startdatum voor de nieuwe gemeente. Het nu voorliggende plan gaat uit van een fusie per 1 januari 2022. Voor mij en vele anderen is het duidelijk dat één gemeente Land van Cuijk het beste is. Daarom moet alles op alles worden gezet om de gemeenteraden van Grave en Mill hiervan te overtuigen. Als dit tot een latere ingangsdatum leidt moet dat maar.

Met vriendelijke groeten


Leo de Vreede


Afschrift:
Gemeentebestuur Grave;
CDA-fractie Provinciale Staten Noord Brabant;
CDA-fractie Tweede Kamer;
Regionale pers

woensdag 27 november 2019

Impressie raadsvergadering 5-12 november 2019 deel 1




Inleiding

Zo had het moeten zijn
Volgens de planning was het een doodgewone vergadering met doodgewone punten zij het dat één ervan was het vaststellen van de begroting 2020-2023. Maar volgens het systeem is dat niet meer dan de boekhoudkundige vertaling van de kadernota.
Het liep echter wat anders. Er werd aan aantal punten aan de agenda toegevoegd zodat voorspeld kon worden dat twee avonden nauwelijks genoeg zou zijn. Maar daar rekening mee houden doet men niet.

Eerste aanvulling: de ombuiging van de begroting
Helaas was de ontwerp kadernota zo negatief dat de gemeenteraad er geen  gat in zag, beter gezegd het was één en al gat. En evenals vorig jaar zijn de problemen doorgeschoven naar  de begrotingsbehandeling zonder daar in de planning rekening mee te houden. Ondanks de uitspraak van vorig jaar: “dat nooit meer” kwam er toch weer een ambtelijke lijst met mogelijke bezuinigingen. Evenals vorig jaar werd daarover geen overleg gepleegd met de organisaties die de ombuigingen zouden moeten realiseren. Pas na de formele publicatie kwamen de slachtoffers er achter wat zou gaan gebeuren. Dat leidde tot protesten gevolgd door verzachtende amendementen, een aantal insprekers in de raadsvergadering en een groot aantal belangstellenden voor de vergadering. Verwacht kon worden dat de beschikbare vergadertijd alleen al met dit onderwerp zou zijn gevuld.

Tweede aanvulling: het resultaat van de motiemarkt
In het voorjaar was besloten een motiemarkt te houden. De initiatiefnemers vinden dit een prima middel om de betrokkenheid van de inwoners bij het bestuur te vergroten. Volgens de planning zou de apotheose van dit evenement, de presentatie en de behandeling van de moties die diverse fracties op grond van ingebrachte ideeën hadden opgesteld, plaats vinden in dezelfde raadsvergadering als de begroting. Je zou toch verwachten dat voor de glorieuze afsluiting van zo’n evenement een eigen vergadering zou zijn georganiseerd.
Nu is de werkwijze van de raad zo dat dergelijke moties niet op de agenda worden geplaatst. En zelfs het bijzondere karakter van deze moties was geen aanleiding af te wijken. Waarschijnlijk voor velen als verrassing werden de moties aan het begin van de vergadering alsnog achteraan de agenda toegevoegd. Gelukkig waren de indieners van ideeën die tot een motie hebben geleid wel persoonlijk uitgenodigd, zij het dat zij geduldig meer dan een week op hun beurt moesten wachten.

Derde aanvulling: de kader-stellende notitie voor de herontwikkeling van het scheepswerfterrein
De behandeling van die notitie was voor de septembervergadering gepland. Toen werd echter een voorstel gedaan het van de agenda af te voren. Bij de stemming daarover staakte de stemmen. En dus hoefde deze vergadering alleen opnieuw worden gestemd over het voorstel het voorstel niet te behandelen. En zo stond het ook op de agenda. Inmiddels waren er ook nog twee amendementen ingediend. Gelukkig werd daarop besloten het oorspronkelijke voorstel en de twee amendementen ook inhoudelijk te bespreken. En zo geschiedde met als verrassend gevolg dat ze alle drie werden verworpen. Drie maal is niet voor niets scheepsrecht. Dat koste wel vergadertijd.

Vierde aanvulling: de gemeentelijke herindeling in het Land van Cuijk

Eigenlijk was er sprake van drie afzonderlijke extra’s om er voor te zorgen dat er op 5 november voldoende gesprekstof zou zijn.
·         VPGrave, D66, Keerpunt 2010 en Liberaal land van Cuijk (llvc-Grave) hadden een actie ondernomen om, ondersteund door een massaal ondertekende petitie, een motie in te dienen om het college te verzoeken een opiniepeiling te houden over de vraag of Grave zelfstandig moest blijven of zich zou aansluiten bij de fuserende gemeenten Boxmeer, Cuijk en St. Anthonis. Die petitie werd voor de vergadering aan de voorzitter aangeboden.

·         In een (voor een selecte groep kritische burgers) openbare werkbijeenkomst over de nu formeel aangekondigde samenvoeging van Boxmeer Cuijk en St. Anthonis was afgesproken dat in deze raadsvergadering “heldere afspraken worden gemaakt of de raad wel of niet een zienswijze gaat voorbereiden en wat daarvoor moet gebeuren om hiertoe te komen.” Wat je noemt een open vraagstelling.

·         Bij het begin van de vergadering kwam Keerpunt 2010 met een motie met de bedoeling, in ieder geval volgens de aankondiging,  de gemeente Grave op te heffen.

De petitie werd voor de vergadering onder grote belangstelling aan de voorzitter overhandigd.

Slot van de inleiding

Uiteindelijk had toch iedereen wel door dat de kans groot zou zijn dat om 22:30 uur de agenda niet zou zijn afgewerkt. Aangezien aangenomen kon worden dat het publiek niet in alle onderwerpen zou zijn geïnteresseerd en toegevoegde agendapunten gewoonlijk, zoals het woord al zegt, als laatste worden behandeld werd de volgorde aangepast. Niemand kwam daarbij op het idee de gespreksstof bij voorbaat over 2 avonden te verdelen. 

De volgorde werd nu: eerst de gemeentelijke herindeling, dan de begroting en de scheepswerf en de rest van de oorspronkelijke agenda en dan als laatste de motiemarktmoties. Niemand durfde kennelijk bij voorbaat te zeggen dat dit alles vandaag niet zou lukken en dus werden de indieners van ideeën veroordeeld alles bij te wonen.


Dan nu mijn commentaar op de behandeling van de vier aanvullingen in de volgorde waarin zij zijn behandeld

Gemeentelijke herindeling ofwel blijft Grave zelfstandig of niet.

Alle partijen zeggen te streven naar het beste voor de inwoners en er moet goed naar die inwoners worden geluisterd. Maar over hetgeen het beste is en de wijze waarop je zou moeten  luisteren werden de partijen, ook zoals verwacht het niet eens.

VPGrave, D66 en LlvC-Grave vinden één gemeente Land van Cuijk de beste optie. Omdat ze kunnen tellen en dus weten dat in de huidige verhoudingen daarvoor in de raad geen meerderheid is werd een initiatiefvoorstel om mee te doen aan de fusie, eventueel ondersteund door een petitie blijkbaar niet aangedurfd. Een nieuwe opiniepeiling zal mogelijk een andere uitslag geven dan de vorige en als alle partijen daar goed naar zouden luisteren kon de meerderheid voor die ene gemeente misschien wel zijn te vinden. Met meer dan 1000 ondertekenaars van de petitie dacht men wel indruk te kunnen maken.

LPG was en bleef op het standpunt dat de gemeente Grave moest blijven zoals ze nu is. Alleen de inmiddels onmogelijk geworden combinatie met Cuijk en Mill zou aanvaardbaar zijn. Aan een nieuwe opiniepeiling heeft LPG geen behoefte. Dat LPG de eigen(aardig)heid van Escharen, Gassel, Grave en Velp wil bewaren juicht iedereen toe. Maar waarom daarvoor deze vier ook al verschillende gemeenschappen  een eigen, maar toch gemeenschappelijke,  gemeenteraad nodig zou zijn is niet heb ik nog niet gehoord of gezien.

Keerpunt 2010 kwam met de motie met volgens de aankondiging als doel de gemeente Grave op te heffen. De tekst van de motie gaat echter niet verder dan dat het college opdracht zou krijgen een referendum mogelijk te maken met één vraag waar ja of nee op geantwoord kon worden. Omdat bij dergelijke vragen de mensheid de neiging heeft met “nee” te antwoorden zou het nog een leuke discussie kunnen opleveren welke vraag het eventueel moet worden.

Het CDA is er tot nu toe goed in geslaagd de eigen mening onder tafel overeind te houden zonder de coalitie met LPG in gevaar te brengen. LPG heeft er daarbij vanaf gezien haar standpunt door te drukken. Kort gezegd. Alles is er op gericht deze coalitie tot de volgende verkiezingen in stand te houden.

Het CDA kwam, gesteund door LPG, deze keer wel met een bijzondere constructie vast gelegd in een motie. In de aanloop van die motie wordt geconstateerd dat LPG voor zelfstandigheid is en het CDA voor herindeling. Dit mag best een verduidelijking van de situatie worden genoemd.

Maar wat doe je met deze constatering? Hoe verenig je in één uitspraak het onverenigbare. De tekst beginnende met:
(De raad van de gemeente Grave, in vergadering bijeen op 5 november 2019)

spreekt uit dat:

De inwoners van Escharen, Gassel, Grave en Velp (op basis van feiten en cijfers, door middel van een breed en uitvoerig maatschappelijk debat over de verschillende mogelijkheden) betrokken worden bij en goed geïnformeerd worden over de bestuurlijke toekomst van de gemeente Grave, alvorens zij zich daarover uitspreken op een moment waarop een zo hoog mogelijke opkomst gegarandeerd is;

Het minste wat je hierover kunt zeggen is dat de gemeenteraad van Grave dan rijkelijk laat is met deze uitspraak. De raden van de vijf gemeenten zijn al meer dan vijf jaar bezig met te zoeken naar de beste bestuursvorm en hebben die in 2017 ook gevonden. Het CDA van Grave, in de persoon van de huidige wethouder, heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. Nu is het de bedoeling dat de bevolking zich goed geïnformeerd uitspreekt over de bestuurlijke toekomst op een moment waarop een zo hoog mogelijke opkomst gegarandeerd is.
Hoe organiseer je dat en wat doe je met die uitspraak van de bevolking. Het is uiteindelijk de gemeenteraad die de beslissing neemt en in de huidige raad liggen de meningen al vast. Daar helpt geen opiniepeiling van de oppositie en ook deze uitspraak van de coalitie aan.

De indieners van de motie hebben hier het volgende op gevonden door te vervolgen met:

Neemt kennis van:
Het voornemen van LPG en CDA om dienaangaande met een initiatiefraadsvoorstel te komen.

Dat belooft wat, maar voorlopig betekent het wel weer uitstel van enige gerichte actie.

De bedoeling van de hele discussie was dat “heldere afspraken worden gemaakt of de raad wel of niet een zienswijze gaat voorbereiden en wat daarvoor moet gebeuren om hiertoe te komen.”

Het was van te voren wel duidelijk dat dat geen eenvoudige opgave zou zijn. In de motie is dat als volgt aangegeven:
Draagt het college van burgemeester en wethouders op:
Liefst in samenspraak met het dagelijks-bestuursorgaan van de gemeente Mill en Sint Hubert, een concept-zienswijze op het herindelingsontwerp Cuijk, Boxmeer, Sint Anthonis voor te bereiden met betrekking tot de toekomst van de werkorganisatie Cuijk-Grave-Mill, gelet de belangen van de dienstverlening aan de burgers van Escharen, Gassel, Grave en Velp enerzijds en die van de medewerkers anderzijds;
Op het eerste gezicht is het alleen de bedoeling aandacht te vragen de consequenties van de fusie BCA voor het ambtelijk apparaat, waarvoor Grave een samenwerkingsverband met Cuijk en Mill heeft. Maar daarbij is een inzicht op de mening van Grave over de herindeling waar het overgaat onvermijdbaar. De eerste reactie op zo’n zienswijze zal de vraag zijn wat Grave zelf gaat doen. De eenvoudigste manier om de in de opdracht aan het college genoemde belangen te waarborgen is meedoen aan de fusie. Als Grave dat niet wil heeft Grave een eigen ambtelijk apparaat nodig. Overname van een deel van de CGM-medewerkers zou dan een aanpak zijn.

De opdracht aan het college heeft ook een pikant kantje. De burgemeester maakt deel uit van het college, is zelfs portefeuillehouder, en heeft uitgesproken dat hij wel een mening heeft over de bestuurlijke organisatie, maar dat hij die alleen in de meest strikte privé-situatie uit. Laat ik me op dit moment beperken tot afwachten. Mijn mening is dat het college niet met een voorstel kan komen waar de portefeuillehouder niet achter staat.  

De discussie over de problematiek en de moties was afhankelijk van degene die sprak prikkelend of zalvend zonder wezenlijk iets nieuws te bieden. De mededeling dat het CDA zelfs bereid is de klok jaren terug te zetten door te willen onderzoeken of een fusie met Oss of Uden tot de mogelijkheden behoort werd zo te zien door niemand serieus genomen

Alle bij elkaar past de behandeling van de bestuurlijke toekomst van Grave met als resultaat dat de moties vanuit de oppositie zijn verworpen en die van de coalitie is aangenomen goed in de strategie om deze periode geen harde uitspraken te doen en zo te coalitie in stand te houden. Naar mijn mening past dat echter niet in het streven naar het beste voor de inwoners. En of je de aangenomen motie nu een heldere afspraak mag noemen zal afhangen van de reactie van het college op deze motie.

Tot slot: ik heb tot nu toe geen woord gewijd aan de opstelling van de VVD. En toch is die opstelling, gekenmerkt door buiten schot blijven, interessant. Diverse malen probeerde de hele VVD-fractie een einde te maken aan de discussie en werd voorgesteld maar te gaan stemmen. Als hij direct zijn zin had gekregen was hetzelfde resultaat een dik uur eerder bereikt. Maar een raadsvergadering is nu eenmaal iets meer dan een besluitmachine.

Dat de vertegenwoordiger van de VVD een voorkeur heeft voor zelfstandig blijven is al eerder duidelijk geworden. Of de VVD-achterban er ook zo over denkt is een vraag. Tot nu toe was zijn persoonlijke opstelling goed te verenigen met het stemgedrag van de VVD-fractie. Het volgende scenario had die fractie mogelijk gedwongen kleur te bekennen

Stel dat de raad van Grave wordt gedwongen te beslissen te kiezen tussen meedoen aan één gemeente Land van Cuijk (of Mill daaraan meedoet is wel belangrijk, maar niet voor dit voorbeeld). LPG zal tegen zijn. Het CDA zal gezien de huidige opstelling voor moeten stemmen onder het motto principes gaan voor pluche. Van Keerpunt 2010 kan worden verwacht dat die partij tegen stemt. Dan moet de beslissende stem van de VVD komen.

Dit lijkt mij een leuke cliffhanger voor deze soap waarbij iedere raadsvergadering een leuke aflevering is.

Wordt dus binnenkort vervolgd.

Leo de Vreede

maandag 30 september 2019

Tweede aanvulling op idee motiemarkt

Inleiding
De op 16 september gehouden raadsvergadering was aanleiding om onderstaand bericht aan raads- en commissieleden te sturen. De wijze waarop een aantal agenda daar werd besproken of van de agenda afgevoerd was, in ieder geval voor mij,  illustratief voor de noodzaak mijn ingediende ideeën over te nemen.

Motiemarkt vervolg 2
Geachte marktbezoekers,
Zoals ik al eerder opmerkte toonde de vergadering van de commissie inwoners en bestuur al aan dat het zinvol is mijn ideeën voor de motiemarkt over te nemen. In de raadsvergadering van 16 september werd dat nog versterkt. Het duurde daar een half uur voordat voldoende duidelijk was waar de vergadering over zou gaan. Deze keer wel extreem, maar het agendapunt “vaststellen agenda” is altijd spannend.
Ik beperk me nu tot enkele willekeurige aspecten      

Een raadsbesluit is in Grave dikwijls geen beslissing, maar een vraag om meer informatie. 
Of het besluit initieert de noodzaak van een ander besluit. Een voorbeeld van de laatste vorm is het raadsbesluit om te investeren in het multifunctioneel centrum Catharinahof. Een deel van de financiering werd gedekt door de verkoop van gemeenschapscentra. Daar is later toch van afgezien of de verkoop is mislukt. Het financieringsbesluit voor het MFC moest dus worden gerepareerd. Dat in de financiering van het sportpark Kranenhof geen rekening is gehouden met de eventuele opbrengst van de vrijkomende gronden is dan ook een sterk punt.

  • Mijn eerste idee is om nu een duidelijke uitspraak te doen over de bestuurlijke toekomst van Grave. Ik heb getwijfeld of ik dat, gezien de te verwachten reacties, als idee zou inbrengen. De reactie van de wethouder op de vraag van LlvC-Grave over de toekomst van CGM toonde aan, dat zo’n besluit dringend nodig is. Het college is duidelijk bezig met de opbouw van een eigen ambtelijk apparaat en gaat er blijkbaar uit dat Grave zelfstandig blijft. Daarover is geen raadsuitspraak. We zijn met z’n allen niet verder gekomen dan tot de volgende verkiezingen niet te praten over één gemeente Land van Cuijk en onderzoek te doen naar samengaan met Mill en Cuijk. Die optie is weggevallen. Wat nu verder? Het college is met de opbouw van een eigen ambtelijk apparaat bezig. Accepteert de raad dat? Dus is mijn eerste idee om in ieder geval iets vast te leggen  nog zo gek niet
  • Een ander voorbeeld is het besluit van 12 februari 2019 over het sportpark. Via een amendement op het voorstel werd het college opgedragen met meer informatie te komen. Ook al uit de behandeling van dit onderwerp op 16 september 2019 bleek dat een deel van de raad die informatie nodig had om tot een oordeel te komen. Een ander deel van de raad meende dat met het voorstel te investeren was ingestemd met als voorwaarde dat de aanvullende informatie zou worden verstrekt. Daaraan was voldaan, dus het had een A-stuk kunnen zijn, zoals de VVD opmerkte.
Een raadsbesluit vraagt voorbereiding. Daaraan wordt vaak door veel personen en instanties op verschillende tijdstippen een bijdrage geleverd. De kunst is dan ook de nodige inbreng op het juiste tijdstip te laten leveren. Daarvoor moet bij de start te worden gezorgd; anders gezegd er is een startdocument nodig. In Grave ontbreekt het daaraan met als gevolg dat het te vaak voorkomt dat, als de raad voor de eindbeslissing staat, er opeens nog allerlei problemen opduiken. Het opstellen van zo’n startdocument kan heel simpel zijn, maar ook complex. Dat hangt samen met de opzet van het gemeentelijk bestuur. Daarom daar enkele opmerkingen over.
  • Het gemeentebestuur kent drie bestuursorganen: de burgemeester; het college van B&W en de gemeenteraad. Ieder heeft zijn eigen bevoegdheden om besluiten te nemen, maar kan niet volledig onafhankelijk van de anderen opereren. De gemeenteraad stelt de hoofdlijnen van het beleid van en controleert het college. Die controletaak strekt zich ook uit tot de details. Daarom is het noodzakelijk dat de raad de besluitvormingsprocessen binnen het college volgt. En dat gebeurt in Grave te weinig.
  • Voor een aantal gemeentelijke bestuurstaken is een wettelijke procedure voorgeschreven. Dat vraagt vooral bij projecten op het terrein van de ruimtelijke ordening aandacht. Voor een bestemmingsplanwijziging, die in veel gevallen nodig is, bestaat zo’n procedure. In de laatste jaren is daarin nog al wat gewijzigd en binnen afzienbare tijd zal de nieuwe omgevingswet in werking treden met blijkbaar grote gevolgen ook voor degenen die worden bestuurd. Volgens de huidige regelgeving geldt nog een strikte procedure waarin is vastgelegd wanneer wie er zich mee mag bemoeien en wanneer. Dus is zo’n procedure een pijplijn en dat betekent dat alle inspraak en overleg moet zijn afgerond alvorens de formele procedure wordt gestart. Zeker bij de agendapunten over de rotondes en het sportpark heeft dat tot problemen geleid.
  • Al geruime tijd beperkt het gemeentebestuur zich niet alleen tot het opstellen van de spelregels. De gemeente speelt zelf ook mee; anders gezegd: de gemeente schrijft niet alleen voor maar onderhandelt ook. Het gemeentebestuur moet in zo’n publiek-private samenwerking (PPS) vanaf het begin zeer zorgvuldig opereren. Deze problematiek heeft vooral bij de herontwikkeling van de scheepswerf en de fusie van de voetbalverenigingen annex sportpark gezorgd voor onrust en onduidelijkheid.
De organisatie van het Graafse bestuursproces dient nog te worden verbeterd. Dat is dan ook mijn tweede idee. De vier rollen burgemeester, college, commissies en gemeenteraad opereren te veel los van elkaar. Zij moeten hun activiteiten veel meer op elkaar afstemmen. Een paar voorbeelden. 
  • Als het college eenmaal een raadsvoorstel heeft afgeleverd is het nagenoeg onaantastbaar. De agendacommissie (met de status van een overleggroep) kijkt niet inhoudelijk naar het voorstel. Er wordt voornamelijk gelet op de relatie beschikbare en nodige vergadertijd. De formele commissies inventariseren of alle vragen zijn beantwoord en zo niet verzoekt het college dit alsnog voor de raadsvergadering te doen. Uiteindelijk geven de commissie aan of het een zogenaamd A- of B-stuk is. Daarbij is één commissielid voldoende voor een B-stuk. Bij het vaststellen van de agenda in de raadsvergadering is het niet zo moeilijk van en A-stuk alsnog een B-stuk te maken.Mijn suggestie. Breng een voorstel als concept in de functionele commissie en laat die commissie het college adviseren wat er moet gebeuren. Dat kan variëren en zelfs verdeeld zijn. Het is dan aan het college te bepalen of, hoe en wanneer het voorstel aan de raad ter beslissing wordt voorgelegd. Deze aanpak heeft wel gevolgen voor de samenstelling van de commissie en het tijdschema van de raadcyclus.
  • De raad moet het college controleren. Het brengt met zich mee dat de raad vanaf het begin de activiteiten van het college moet volgen om tijdig te kunnen bijsturen. De beste en ook de makkelijkste manier is om op de agenda van de commissie een vast punt voortgangsrapportage projecten te zetten. En als je dan toch bezig bent doe hetzelfde met ingekomen brieven. Behandel die inhoudelijk in de commissie. Als er dan toch in de raad over gesproken moet worden kan dat tenminste voorbereid gebeuren.
Met deze twee voorbeelden zijn we er nog lang niet. De inschakeling van de bevolking zal heel veel zorg vragen en ook grote gevolgen hebben. In Grave gebeurt dat nog veel te passief ,te laat en vaak niet meer dan wettelijk voorgeschreven. Vergelijk alleen (zolang het nog kan) de informatiepagina’s van Cuijk Grave en Mill als bijlage in de Graafsche Courant maar eens met elkaar.

Om af te sluiten enkele opmerkingen over de behandeling van de kaders voor de scheepswerf, de fusie van de voetbalverenigingen en het bestemmingsplan voor de rotondes in de N324.

De scheepswerf. In de commissie was al gebleken dat niemand met het voorstel gelukkig was maar dat iedereen wel vond dat er iets moest gebeuren. Maar het raadsvoorstel lag er wel en dus had raad de keuze tussen 4 kwaaien:
  • van de agenda afvoeren en dan zou er dus niets gebeuren en bleef de vraag boven de markt hangen of de motie van de raad was uitgevoerd;
  • het voorstel afwijzen en dan kreeg de raad niet wat in de motie was gevraagd;
  • Het voorstel amenderen, maar hoe zou dat in de raadsvergadering moeten en wel  voor 22:30 uur?
  • Het voorstel toch maar aannemen in de wetenschap dat de ontwikkelaar al te kennen had gegeven dat een deel van de kaders niet acceptabel was.
LPG kwam met een creatieve maar merkwaardige oplossing; het voorstel werd van de agenda afgevoerd en er werd een motie , nu buiten de orde, ingediend om tot een nieuw voorstel te komen.

We hebben hier te maken met een PPS-project dat dus gestart moet worden met een intentieovereenkomst tussen gemeente aan de ene kant en eigenaar en ontwikkelaar aan de andere. In die overeenkomst wordt naast een hoop andere zaken vastgelegd welke uitgangspunten iedere partij heeft en welke daarvan niet onderhandelbaar zijn. Over de wijze waarop zo’n PPS vorm moet worden gegeven met fase indeling en beslismomenten is voldoende literatuur beschikbaar. Omdat hier zeker ook RO-procedures aan te pas komen en er dus sprake is van pijplijnen dient al het niet wettelijk voorgeschreven overleg, dus ook met omwonenden, plaats te vinden alvorens de pijplijn wordt betreden.

Het sportpark. De besluiten zijn genomen en dus is dit achterafgepraat. Het is dan ook bedoeld als bewijs dat overnemen van mijn idee om tot een beter bestuur te komen noodzakelijk is.

Tijdens de vergadering werd al opgemerkt dat het hier niet gaat om een burgerinitiatief dat alle lof en ondersteuning verdient. Een burgerinitiatief is niets meer dan een noodingang tot het gemeentebestuur. Een groep burgers kan dit gebruiken om toegang tot het bestuurlijk apparaat te krijgen als dit apparaat signalen uit de maatschappij kennelijk niet oppikt. Daarbij komt men overigens niet verder dan dat het onderwerp al of niet op de agenda wordt gezet. Anders gezegd: het wordt al of niet in de planning en control cyclus opgenomen. Inhoudelijk wordt er nog niets mee gedaan.

Waar het wel om gaat is het uitvoeren van gemeentelijk beleid (programma 4 kind cultuur en sport). Het bijzondere is dat een private instelling, in dit geval de drie voetbalverenigingen die willen fuseren, het initiatief voor dit project hebben genomen. Het is dus een vorm van een PPS. Die diende dus te starten met een intentieovereenkomst waarin beide partijen hun uitgangspunten vastleggen. Voor de gemeente betekent dit o.a. aangeven hoe hetgeen de voetbalverenigingen nastreven past in het totale kind, cultuur en sportbeleid. Omdat aan de gemeente geld wordt gevraagd dient het project ook te passen in het financiële beleid van de gemeente dat voor het probleem staat dat er structureel meer wordt uitgegeven dan binnenkomt. Het gaat dus niet alleen om de vraag of er voor dit project voldoende geld is. De vraag is ook of met voldoen aan deze vraag andere sportverenigingen en andere beleidsterreinen niet te kort wordt gedaan.

Het antwoord op deze vragen zou in de kadernota en eventuele beleidsnota’s op het gebied van kind, cultuur en sport te vinden moeten zijn. We weten allemaal dat zowel de financiële kant van de kadernota en de beleidsnota over de rol van de gemeente bij de sport nog aan de orde moeten komen. Dat die vraag pas laat is gesteld komt omdat de gemeente niet vanaf het begin een actieve regie heeft gevoerd. Een euvel dat al jaren lang mede oorzaak is dat problemen pas opdoemen vlak voordat een besluit wordt genomen.

Dat initiatiefnemers uit de voetbalverenigingen ook deel uitmaken van of nauwe banden hebben van het gemeentebestuur heeft het gemis van een duidelijke gemeentelijke regie versterkt. Terecht heeft LPG in de raadsvergadering opgemerkt dat vermengen van de rol van gemeentebestuurder en actieve deelname aan het maatschappelijk leven onvermijdbaar en zelfs wenselijk is. Problemen hadden kunnen worden voorkomen door er voor te zorgen dat in de projectgroep die de zaak voorbereidde voor de voetbalverenigingen en de gemeente verschillende deskundigen waren opgenomen. De gemeente had dan ook direct de andere sportverenigingen bij de ontwikkeling kunnen betrekken. Ook zouden integriteitsdiscussies dan overbodig zijn geworden.

Op die manier had de gemeente ook de omwonenden en misschien zelfs nu nog onbekende belanghebbenden bij de voorbereiding kunnen betrekken. Voor hun bescherming zijn ze nu aangewezen op de RO-procedures en vanaf het moment dat de omgevingsvergunning is aangevraagd is dat een pijplijn. En zeker nu, om tijd te winnen, de raad heeft ingestemd met gebruik van een nauwere pijp is de wettelijke bescherming minimaal. Of er nog tijd is te vinden om de omwonenden gerust te stellen alvorens de procedure wordt gestart zal moeten blijken.

De bestemmingsplannen voor de rotondes Tolsestraat en Wisseveld. 

In wezen gaat het natuurlijk om de verplaatsing van het benzinestation. Dat daar nu pas discussie over komt is ook hier veroorzaakt door de veel te passieve houding van de gemeente ten opzichte van haar burgers en in de gemeente werkzame ondernemers.

Het gaat om een project van de provincie en die is inderdaad primair verantwoordelijk voor het betrekken van belanghebbenden, en dat zijn in dit geval alle geïnteresseerde weggebruikers. De provincie heeft dat op haar manier gedaan.

Voor onderdelen van het plan is een bestemmingsplanwijziging nodig en daar moet de gemeente voor zorgen. En ook in dit geval heeft de gemeente zich beperkt tot de wettelijk voorgeschreven procedure. Bij de keuze van de nieuwe locatie van het benzinestation is het college afgegaan op een ambtelijk advies. Kennelijk zonder iemand “aan de voorkant” te consulteren, is aan de provincie meegedeeld dat de gemeente Grave instemt met de gekozen plek. De provincie heeft dus de aanvraag ingediend en de pijplijnprocedure is keurig gevolgd. Het voorontwerp heeft ter inzage gelegen en dat is blijkbaar ook direct belanghebbenden. Wie leest nu elke week de officiële mededelingen om na te gaan of er iets bij is waar hij of zij belang bij heeft? Pas nu het bestemmingsplan in de raad komt en de mogelijkheid om nog invloed uit te oefenen beperkt is wordt de locatie ter discussie gesteld. Het enige dat de raad nog kan doen is het bestemmingsplan afwijzen en daarmee het college in zijn hemd zetten.

Maar misschien krijg het college van de provincie alsnog de tijd om aan heel Grave uit te leggen dat dit de juiste plek is en dan kan de raad alsnog met het bestemmingsplan instemmen en vervolgens maatregelen nemen om herhaling van dit soort problemen te voorkomen.

Slot
Overnemen van mijn ideeën over een goed gemeentebestuur zal kunnen helpen



maandag 9 september 2019

Aanvulling op idee motiemarkt


De vergadering van de commissie ruimte van 3 september 2019 gaf mij stof voor onderstaande aanvulling die ik dan ook aan de raads- en commissieleden heb gestuurd.

Geachte dames en heren raads- en commissieleden,

Onlangs heb ik mijn ideeën voor de motiemarkt ingeleverd. Uit het laatste griffiebericht begrijp ik dat u pas na 15 september kennis krijgt van de ideeën. U kunt de mijne wel al vinden op https://graafsetribune.blogspot.com

Ik heb de motiemarkt altijd al een merkwaardige en ingewikkelde manier gevonden om ideeën onder de aandacht van het gemeentebestuur te brengen. Ik besef dat merkwaardig en ingewikkeld toch wel een leuke avond op kan leveren. Wel denk ik dat mijn voorstellen daar minder aanleiding voor zullen geven. Eigenlijk hebben mijn voorstellen alleen nut als alle raads-en commissieleden de zin inzien van een structurele andere aanpak van bestuurlijke processen in onze gemeente.

Ook in mijn ideeën voor de motiemarkt is de aandacht daarbij vooral gericht op de deelname van niet-bestuurders aan het hele bestuurlijke proces. Uit de gang van zaken in de afgelopen vergadering van de commissie ruimte is weer gebleken dat in Grave de inhoudelijke discussie vaak pas begint als het definitieve raadsvoorstel ter besluitvorming voorligt. Kort gezegd, het script voor besluitvormingsproces deugt niet. Ieder proces kent fasen die ieder moeten worden afgesloten met een besluit om al of niet door te gaan. Het orgaan dat een eindbeslissing (ook van een deelproject) neemt dient ook het startsein te geven voor de voorbereiding van die beslissing. Dat waarborgt dat de beslisser het proces kan volgen en zo nodig bijsturen.

Speciale aandacht vraagt de rolverdeling tussen gemeenteraad, college, burgemeester, commissies en ambtelijk apparaat. Die organen opereren nu nogal los van elkaar. Naar mijn gevoel zal vooral de rol van de commissies moet veranderen, Zeker bij het actief volgen van processen kunnen commissies meer worden ingeschakeld.

Wellicht ontstaat de vrees voor een ingewikkeld bureaucratisch systeem. Dat is niet nodig, wel dwingt het op gezette tijden tot concrete uitspraken. De gemeenteraad van Grave is nogal goed in het nemen van besluiten die niet meer inhouden dan uitstel wel een werkelijke beslissing.

Ter illustratie een paar opmerkingen over de onderwerpen die in de commissie ruimte aan de orde zijn geweest en over de fusie van de voetbalverenigingen die nog in de commissie moet worden behandeld.

Reconstructie N324.
Dit is een project van de provincie. De gemeente Grave dient een financiële bijdrage te leveren aan diverse kruisingen en de plannen een juridische status te geven door ze vast te leggen in bestemmingsplannen. Beide facetten zijn een bevoegdheid van de gemeenteraad. Dat wil dus zeggen dat deze deelprojecten actief door de raad moesten worden gevolgd. Dat is maar zeer beperkt gebeurd. De kredieten zijn in goed vertrouwen gevoteerd en de bestemmingsplannen hebben de formele weg gevolgd en zijn door de raad vastgesteld zonder dat die zich er intensief mee had beziggehouden. Dat is goed gegaan, ook omdat de provincie in de aanloop belanghebbenden in de ontwikkeling had meegenomen.
Zo werd ook de verplaatsing van het benzinestation aangepakt. Uiteindelijk zou de gemeenteraad de beslissing over de locatie moeten nemen in de vorm van het vaststellen van een bestemmingsplan. De raad werd er echter niet actief bij betrokken en bijgevolg kreeg het ook weinig echte publieke aandacht. Ja, via via werd bekend dat niet de rotonde bij de Bonskazerne, maar de rotonde bij het Wisseveld de nieuwe plek zou zijn. Er is een B&W-besluit openbaar gemaakt en een voorontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. De reacties daarop zijn verwerkt en een raadsvoorstel voor vaststelling van het bestemmingsplan aan de gemeenteraad voorgelegd. De publieke informatie bleef beperkt tot formele publicaties die vaak hun doel niet bereiken en een wat verscholen onderwerp in een algemene inloopavond.
Toen werd opeens iedereen wakker. Er kwam een inspreker en de discussie ontbrandde, maar meer over de procedure dan over de inhoud

Wat nu?
Volgens mij kan de gemeenteraad niets anders dan instemmen met het bestemmingsplan. Door te zwijgen heeft de raad immers goedkeuring verleend aan de locatiekeuze en de inspreker heeft kennelijk de mogelijkheid gemist een zienswijze in te dienen op het voorontwerp. De locatiekeuze zal wel, zij het achteraf, moeten worden toegelicht

Ontwikkeling scheepswerfterrein
Initiatiefnemers zijn logischerwijze de eigenaar van het gebied en de ontwikkelaar, die kennelijk door de eigenaar is gekozen. De rol van de gemeente is de belangen van de gemeente en de gemeenschap te waarborgen. Dat zal uiteindelijk gebeuren door het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan voor het gebied, maar misschien ook door het aangaan van overeenkomsten, bijvoorbeeld op financieel terrein. Een complexe situatie omdat mag worden aangenomen dat eigenaar/ontwikkelaar en gemeente verschillende doelstellingen nastreven. Omdat in de bestemmingsplanprocedures derden, zoals inwoners van de binnenstad een belangrijke (o.a. tijdsbepalende) rol spelen dienen die ook vanaf het begin worden meegenomen.
Omdat de gemeenteraad uiteindelijk de beslissing heeft over het resultaat dient de gemeenteraad ook het startsein te geven. Let wel dit moet niet in de vorm van een oekaze aan, maar in een overeenkomst met de initiatiefnemers over de aanpak, de rolverdeling, de communicatie met de buitenwereld en niet te vergeten een afscheidsregeling. (N.B. Formeel worden dergelijke overeenkomsten door het college gesloten. Het college moet dit dus doen met nadrukkelijke instemming van de raad)
Dit is tot nu toe niet gebeurd. Het college, dat inderdaad de zaak voor de gemeenteraad moet voorbereiden, is zonder zichtbare structuur gaan overleggen met eigenaar/ontwikkelaar. Op een gegeven moment heeft de raad via een motie het college gedwongen met een “kader stellende nota” te komen die de randvoorwaarden zou bevatten waarbinnen eigenaar en ontwikkelaar de plannen zouden moeten ontwikkelen en realiseren. Het college is met een raadsvoorstel gekomen, waarvan in de commissie al bleek dat dit niet was hetgeen de raad voor ogen had met de motie. Dat derden alsnog de gelegenheid kregen in de commissievergadering hun mening over de nota te geven kwam natuurlijk te laat. De ontwikkelaar maakte zelfs al via een brief kenbaar bezwaar te hebben tegen enkele beperkingen die in de nota werden opgelegd.

Wat nu?
Vaststellen van de nota heeft op dit moment geen zin. Wel zou het college opdracht moeten krijgen met eigenaar en ontwikkelaar een, noem het maar, definitiedocument op te stellen waarin doelstellingen van partijen, betrokkenen bij het project, communicatieopzet en alles wat dies meer zijn vastgelegd. Dat hoeft helemaal niet zo tijdrovend te zijn. In het stuk mag ook duidelijk blijken waar tegenstellingen tussen partijen blijken. In de bijbehorende planning wordt dan aangegeven wanneer die tegenstellingen moeten zijn opgeruimd. Belangrijk is ook dat rapportagemomenten zijn bepaald.

De vestingvisie
De gemeenteraad heeft geïnvesteerd in een vestingvisie, die bij de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente een belangrijke rol zou moeten vervullen. Na uitgebreide studies en overleg is die aan de raad ter vaststelling voorgelegd. Uiteindelijk is die visie gedevalueerd tot een “inspirerende leidraad”. In discussies wordt die term ook al wat lacherig ingezet. Dat valt te betreuren. Beter is het die visie voor de gemeente als uitgangspunt te hanteren. Plannen in het gebied van de vestingvisie dienen die visie te versterken. Als dit ter plekke, en dan meestal om economische redenen, niet mogelijk is zou compensatie elders kunnen helpen. De vestingvisie dient te worden verdedigd tegen aanvallen van buiten!

De fusie van de sportverenigingen en het sportpark

Ook dit een voorbeeld van een project waarbij de rol van de gemeenteraad te laat is onderkend. De gemeente heeft niet voor niets een planning- en controlcyclus die voorschrijft dat projecten via de kadernota in de planning worden opgenomen. Ook een fusie van verenigingen vereist een gedegen voorbereiding en daarin is door de betrokken verenigingen goed werk verricht. Dat daarbij accommodatie een rol is gaan spelen is logisch en dat een volledig nieuwe daarbij het ideaal is, is ook niet verrassend. Ook te verwachten was dat de gemeente zou worden benaderd om de noodzakelijke investering mogelijk te maken. Dat is echter niet gebeurd. Ja via persoonlijke contacten raakte de gemeente wel betrokken bij de ontwikkelingen. De eerste keer dat de gemeente bestuurlijk moest optreden was op basis van het raadsvoorstel voor de raadsvergadering van 12 februari 2019. Dat leidde tot een aantal vragen die nu weliswaar zijn beantwoord maar daarbij is niet ingaan op het basisprobleem: is een dergelijke investering in drie van de vier voetbalverenigingen verantwoord voor een gemeente als Grave, die beoogt zelfstandig, dus ook financieel gezond, te blijven? De huidige financiële positie van de gemeente legt nog extra druk op deze vraag.

Ook is de gemeente niet in de gelegenheid geweest een aantal zaken tijdig aan de orde te stellen, laat staan er invloed op uit te oefenen.
·         Allereerst dient de gemeente het belang van alle sportverenigingen en daarbinnen van alle voetbalverenigingen te dienen. Een voorwaarde vanuit de gemeente dat alleen wordt meegewerkt aan een fusie van alle voetbalverenigingen zou ik logisch hebben gevonden.
·         De indruk wordt gewekt dat de nieuwe accommodatie een voorwaarde is voor het tot stand komen van de fusie. Wat gebeurt er met de fusie als de gemeenteraad het voorstel deze keer niet volledig goedkeurt? Gaat dan de fusie niet door? Wat gebeurt er dan met de drie verenigingen?
·         De verenigingen nemen samen een enorme verplichting op zich. Die verplichting vereist een grote inzet ven vrijwilligers over een reeks van jaren. Is het aangaan van die verplichtingen niet eerder een belemmering voor het succes van de fusie? Wordt het voor voetballers niet aantrekkelijker om lid te worden van Gassel?
·         Zijn er echt geen mogelijkheden de fusie (van de vier) voetbalverenigingen te laten beginnen op de huidige locaties?
·         De financiële truc om een in tijd begrensde structurele bijdrage in onderhoud om te zetten in een investeringsbijdrage die veel langer op de begroting drukt lijkt mij twijfelachtig. Gaat de provincie als toezichthouder daar mee akkoord?

Blijkbaar ligt er ook een enorme tijdsdruk op het nemen van een positief raadsbesluit. Dit had moeten en kunnen worden voorkomen.

Wat nu?
Het voorstel is financieel gezien voor de gemeente Grave onverantwoord. Dat wil niet zonder meer zeggen dat het ook moet worden afgewezen. Een fusie van de voetbalverenigingen moet er komen en zeker gezien de voorgeschiedenis, die de raad heeft laten gebeuren, moet de gemeente wel steun geven. Het antwoord op bovenstaande vragen helpt misschien.


Slotwoord

Ik heb deze notitie geschreven naar aanleiding van de aan de gang zijnde raadcyclus ter onderstreping van de noodzaak iets te doen met de ideeën die ik heb ingediend. Tijdens de markt zelf kan ik daar niets aan toevoegen.

Met vriendelijke groeten,

Leo de Vreede
Grave, 9 september 2019.

Bijdrage aan motiemarkt


Bijdrage aan motiemarkt 25 -9-2019

Verantwoording
De motiemarkt is georganiseerd om de belangstelling van de burger bij het gemeentebestuur te verhogen. Ik vind dat geen goed middel. Mede door de zeer beperkte publiciteit, worden vooral mensen bereikt die toch al betrokken zijn. Die mensen zijn ook al bekend met de structurele mogelijkheden om via partijen, wijk- en dorpsraden en desnoods brieven aan de gemeenteraad hun ideeën en grieven kenbaar te maken.
Een motiemarkt of ander evenement kan ter afwisseling best leuk zijn maar draagt op zich niet bij aan verbeterde communicatie. Daarvoor is een structurele aanpak nodig.
Laat ik daarom de wel beschikbare motiemarkt maar aangrijpen om enkele ideeën aan te dragen om juist die structurele aanpak te bevorderen.

Inleiding
In Grave functioneert het structurele communicatiesysteem burger-gemeentebestuur niet voldoende. Dat wordt al lang erkend en nog onlangs heeft de gemeenteraad daarom een nieuwe werkwijze vastgesteld. Die nieuwe werkwijze is echter vooral intern gericht om de communicatie binnen het gemeentebestuur te verbeteren. Die is ook echt verbeterd, maar het grote probleem, de betrokkenheid van de inwoner is gebleven. Ook binnen het gemeentebestuur zelf is het betrekken van de inwoners bij projecten en besluitvorming geen vanzelfsprekendheid. Twee recente voorbeelden:
  •          Voor 26 augustus was een werkbespreking van de raad vastgesteld. Volgens de nieuwe werkwijze is die alleen bestemd voor raads- en commissieleden. In de agendacommissie  van 20 augustus bleek dat niemand bezwaar had tegen volledige openheid. Dus werd de bijeenkomst openbaar. Alleen ontbrak de tijd die fatsoenlijk aan te kondigen.

·      Op de raadsagenda voor 16 september staat de nota waarin de kaders worden vastgesteld voor de ontwikkeling van het scheepswerfterrein. Een puur ambtelijk technisch voorstel ligt voor. Al jaren roept de raad dat belanghebbenden en inwoners “aan de voorkant” moeten worden betrokken.
Ik heb daarom een “spoedidee” aan de raadsleden gericht. In de agendacommissie van 20 augustus werd afgesproken stakeholders en wijkraad actief voor de vergadering van de commissie ruimte op 3 september uit te nodigen. Mijn idee hield meer in, maar meer was op dat moment niet te bereiken. De mogelijkheid betrokkenen uit te nodigen bestaat al lang, maar is geen vanzelfsprekendheid.

Sinds de invoering van ons bestuurlijk stelsel -bestaande uit rijk, provincie en gemeente met het waterschap als functioneel bestuursorgaan daarnaast- is er in de maatschappij en ook bij de individuele bewoner veel veranderd. Bij de organisatie van het bestuur moet daar rekening mee worden gehouden.

In het systeem is de plaats van inwoning bepalend voor de plaats waar de burger via de verkiezingen (inclusief daaraan gekoppelde referenda en opiniepeilingen) invloed op het bestuur kan hebben. Dat de plaats weer je woont bepalend is voor je hele leven is al lang niet meer zo.
Ook projecten en processen beperken zich niet meer tot een woonplaats, zeker als het gaat om beleid bepalen.

Het samenvoegen van gemeenten is daarom al lang een gebruikelijke aanpak. Ook de huidige gemeente Grave is het resultaat van een aantal herindelingen. Nog in 1994 werd het dorp Gassel bij de gemeente Grave gevoegd, zoals met Escharen en Velp al eerder was gebeurd.
Zeker nu het rijk belangrijke taken aan gemeenten heeft toegewezen blijkt dat veel gemeenten te klein zijn om die te kunnen aanpakken. Gemeenschappelijke regelingen zijn dan noodverbanden, die alleen door gemeentefusies kunnen worden gestructureerd.
Zelf vind ik dat je met het vergroten van gemeenten niet kunt doorgaan, maar dat valt buiten het kader van deze motiemarkt!

Aan de andere kant is ook de burger veranderd. Van een tot een bepaalde levensbeschouwing (religie en politiek) behorende gezagsgetrouw lid van de gemeenschap met vertrouwen in het bestuurlijk gezag is van hij tot zij ontwikkeld tot een zelfstandig opererend individu.

Dat is moeilijk in te passen in ons huidig parlementair democratisch systeem. Dat systeem houdt in dat vertegenwoordigers worden gekozen die de beslissingen nemen. De gekozen vertegenwoordigers kunnen hun besluiten niet langer zonder meer baseren op partijprogramma’s maar moeten veel meer de individuele burger bij het proces  betrekken. Niet alle burgers zullen geïnteresseerd zijn om zich in alle bestuurlijke processen te verdiepen.

Aan de andere kant moet de individuele burger ook beseffen dat het tot democratie behoort dat eenmaal genomen besluiten ook worden geaccepteerd.

Dit alles levert een enorm spanningsveld op dat zich in de hele wereld ook aftekent en niet met de motiemarkt is aan te pakken. Daarom nu twee ideeën om daar toch een start mee te maken.

Idee 1 Neem een eenduidige beslissing over de gemeentelijke herindeling

Grave heeft nog steeds geen uitspraak gedaan over het voorstel om te komen tot één gemeente Land van Cuijk. Dit voorstel is tot stand gekomen in jaren van gemeenschappelijke samenwerking, waarin Grave een belangrijke rol vervulde. In het huidige bestuursakkoord is alleen opgenomen dat deze periode niet wordt meegewerkt aan die éne gemeente, maar dat wordt geprobeerd tot een fusie Cuijk Grave en Mill te komen. Dat alternatief is nu weggevallen, maar omdat de uitspraak over die ene gemeente ook slechts geldt tot de verkiezingen in 2020 kun je ook niet zeggen dat Grave bij gebrek aan alternatief heeft besloten zelfstandig te blijven.

Er is dus alle reden voor heroverweging van het bestuursakkoord. Hoe moet dat worden aangepakt?

De twee onderstreepte passage uit de inleiding zijn daarvoor belangrijk. Voor het besluit moet draagvlak worden gewonnen voordat het wordt genomen, maar je kunt niet verwachten dat iedereen zich in de materie wil verdiepen.
Uitwerken van dit idee heeft alleen zin als het door de raad wordt overgenomen, maar een voorbeeld kan zijn.

1.    Nodig organisaties en individuen uit om deel te nemen aan deze processen en zich daarvoor aan te melden.
2.    Organiseer een presentatiebijeenkomst (voorafgegaan door publiciteit). Op die avond worden de aspecten van zelfstandig blijven en samengaan los van elkaar toegelicht en bevraagd. Het is niet de bedoeling ze te bediscussiëren. Naar elkaar luisteren is het thema. Het houden van een opiniepeiling, met als keuze mogelijkheid zelfstandig, samen en beiden acceptabel, aan het begin en aan het eind kan informatief zijn.
3.    De fracties bepalen hun standpunt. Hoe ze dat doen moeten ze zelf bepalen.
4.    Het raadsvoorstel kan op zich eenvoudig zijn: “Na rijp beraad besluit de raad van Grave………” Daarna begint de uitwerking.

Die uitwerking zal zowel binnen Grave als daar buiten het nodige overleg vragen.

Hoe dit idee uiteindelijk uitwerkt doet niet af aan het volgende idee. Het heeft wel invloed op de uitwerking ervan.

Idee 2 het bouwen van een samenwerkingsverband burger-gemeentebestuur

Gegeven is dat de burger veel individueler denkt en handelt dan in het verleden. Je zou kunnen zeggen de burger is meer klant dan lid. Een klant koopt alleen het eindproduct, een lid werkt ook mee aan de productie van dat product.

Terugwerken naar het lidmaatschap is een voorwaarde om de parlementaire democratische structuur werkbaar te houden. Er is een heel verhaal over te houden, maar als kiezers zich meer klant voelen dan lid ontstaat het gevaar dat parlementen en andere besturen worden gekozen op basis van reclame. Of een bestuur dan nog het algemeen van de samenleving als hoofddoel heeft wordt dan twijfelachtig.

Bij de ontwikkeling van het samenwerkingsverband zijn twee lijnen te volgen.

Lijn 1 Lange termijn

Het is nodig de burgers, en zeker de toekomstige, niet alleen als goed mens op te voeden, maar ook als actief burger. Dat gaat niet vanzelf en het vereist een brede aanpak. Wellicht dat een olievlekbenadering een uitkomst biedt. Die is misschien te vinden in…..

Lijn 2 Korte termijn, direct, laaghangend fruit

Er zijn al mensen die zin hebben mee te denken aan bepaalde projecten. De eerste stap in een project moet dan ook zijn die mensen te zoeken. Dat kan door aanpassingen in de werkwijze van de gemeenteraad. Zelfs het huidige systeem biedt al mogelijkheden. Het uitnodigen van betrokkenen voor behandeling in de commissie dient een vanzelfsprekendheid te zijn en niet het resultaat van een last-minute besluit van de agendacommissie. Bovendien moeten betrokkenen al in het voortraject actief zijn.
Ik kan voor deze lijn legio ideeën aandragen. Het is veelal een kwestie van vanzelfsprekendheid. Misschien zet ik er voor de markt nog enkele op

Lijn 3 buiten mededinging
Een gevolg van de afnemende interesse voor het bestuur van de samenleving is het teruglopen van het opkomstcijfer bij verkiezingen. Al jaren wordt geprobeerd dit te verbeteren door de komst naar het stembureau te vergemakkelijken. Dat is symptoombestrijding. Door het vergroten van de toegangsdeur trek je niet meer publiek, maar verhoogt wel het risico van indringers. Je moet je product verbeteren. Ik kan me voorstellen dat je het algemeen kiesrecht aanvult met een voorwaarde dat de kiezer kan aantonen daadwerkelijk belangstelling te hebben. Dat is niet zo eenvoudig. Je laten registreren als kiezer, zoals bijvoorbeeld in de VS al regel is zou een eerste benadering zijn. Opiniepeilingen mogen alleen worden gehouden na een effectieve informatieslag.

Slot
Ik ben benieuwd naar uw reactie.

Een nieuwe slogan voor de gemeente zou kunnen worden

Wij rekenen op uw gefundeerde mening.

Leo de Vreede
1-9-2019

maandag 17 juni 2019

Waarheen leidt de weg deel 2



De auditcommissie van 12 juni heeft daarin geen duidelijkheid gebracht. De vergadering begon al met de vraag wat eigenlijk de taak van de commissie is. Mogen er, zoals de voorzitter aanvankelijk stelde, alleen technische vragen worden gesteld die dan  liefst direct, maar eventueel later schriftelijk worden beantwoord? Of is het de bedoeling dat ook meningen mogen worden uitgewisseld? De nieuwe werkwijze suggereert dat laatste en dus werd de voorzitter gecorrigeerd.

De accountant was aanwezig en dus werden de technische vragen over de jaarrekening in het algemeen afdoende beantwoord. Aan de feitelijkheid dat er wederom een greep in de reserves moet worden gedaan valt niet te ontkomen.

Interessant was dan ook hoe de commissie de financiële positie van de gemeente nu beoordeelt. Tot nog toe vonden met name college en LPG dat die positie gezond was; coalitiegenoot CDA hield zich retorisch op de vlakte. Er was wel een probleempje met de exploitatie, maar bij de behandeling van de begroting 2019-2022 waren maatregelen genomen om dit binnen 4 jaar op te lossen.

De accountant legde nogmaals uit dat de financiële positie van de gemeente wordt beoordeeld op drie criteria. Bij twee daarvan te weten de schuldpositie en de omvang van de reserves scoort de gemeente op zijn minst voldoende. Op de derde de jaarlijkse exploitatie, zeg maar het huishoudboekje is het een onvoldoende.

Toevallig werd diezelfde dag een hele hoop jonge mensen op eenzelfde wijze beoordeeld. Aan de hand van een aantal criteria werd bepaald of zij voldoende waren toegerust om een volgende stap in hun toekomst te zetten. En ook daarbij zijn slechts enkele onvoldoendes genoeg om ondanks een reeks zevens en achten toch te zakken.

Dat de financiële positie van Grave met dit structurele exploitatietekort niet geslaagd kan worden genoemd werd nu niet bestreden. En dat komt natuurlijk ook omdat een exploitatietekort de nu nog positieve criteria nadelig beïnvloed.

Alle partijen in de Graafse raad zijn dan ook van mening dat er iets moet gebeuren en daarvoor zou de kadernota moeten dienen. Ik denk niet dat er iemand gelooft dat het dit op 2 juli zal lukken. In de raadsvoorstellen doet het college geen enkele suggestie. De raad mag het zelf uitzoeken. Maar hoe???? De hele commissie vond dat het college een actieve rol in het proces zou moeten spelen maar niet zoals vorig jaar. Volgens LPG kan die aanpak wel als uitgangspunt dienen. Toen de toezegging kwam dat het college ergens mee zou komen, kon de bespreking veilig worden beëindigd. Als dit wordt bedoeld met ”opiniërend vergaderen” zoals de nieuwe werkwijze wil is het wel erg mager.

D66 was enige fractie die nog met een idee voor een totaal andere aanpak kwam: ontwikkelen van scenario’s waaruit zou moeten worden gekozen; natuurlijk met als resultaat een positief exploitatiesaldo op niet al te lange termijn. Er werd overheen gepraat.

De gemeenteraad maakt het wel heel eenvoudig de huidige gang van zaken te veroordelen. Lastiger is het een uitweg te vinden. De huidige werkwijze van het gemeentebestuur met de rolverdeling tussen college, raad en burgers maakt een systematische aanpak van een proces als dit wel moeilijk. De nieuwe werkwijze biedt daarvoor onvoldoende houvast en de vraag hoe de burgers een actieve rol kunnen spelen is doorgeschoven naar de jaarwisseling.

De raad gaat nu met reces en dan gebeurt er in die tijd bestuurlijk niets. Omdat in september het ontwerp voor de begroting toch wel beschikbaar moet zijn is dus geen tijd om ook bestuurlijk een actieve rol te spelen. Het wordt weer afwachten wat er ambtelijk wordt gepresenteerd en dat is weer in strijd met de wens dat de raad in een vroeger stadium moet worden betrokken.

Voor het gemak ga ik ook maar voorbij aan de relatie die bestaat tussen  de bestuurlijke organisatie en de financiële ontwikkeling van Grave

Hoe dan wel? In ieder geval beginnen met de recesperiode te benutten om met mensen uit college, raad en commissie en geïnteresseerden uit de burgerij van gedachten te wisselen over de problematiek in Grave.
Het gaat daarbij om meningen uit te wisselen en dat is iets anders dan proberen de mening van jouw partij er door te krijgen.

Ik heb niet de illusie dat het al een sluitende meerjarenbegroting 2020-2023 op zal leveren. Dat wordt dus weer lapwerk. Een overleg van uit het college met de financiële toezichthouder, de provincie, zal daarom ook nodig zijn.

Tot zover het adviserende deel van de commissievergadering.

In de vergadering werd nog een presentatie gegeven over de ontwikkelingen van de P&C-cyclus in de CGM-gemeenten. Gestreefd wordt naar een harmonisatie van de processen van kadernota’s, begrotingen en jaarrekeningen met de tussenliggende rapportages in de drie gemeenten. Daarmee wordt bedoeld dat de CGM-organisatie voor zowel Cuijk, Grave en Mill dezelfde systemen hanteert. 

Het is niet moeilijk te begrijpen dat zo’n aanpak efficiënt is en op de duur tijd en kosten bespaard. Terecht dat er in de commissie veel waardering was voor dit werk.

Merkwaardig vond ik dat het gegeven dat er als gevolg van de fusie van Cuijk met Boxmeer en St. Anthonis binnen afzienbare tijd bij de CGM-organisatie veel zal veranderen totaal niet ter sprake kwam. Het negeren van de onduidelijke toekomst van CGM maakte het wel mogelijk een beeld te schetsen van een ideale gemeenschappelijke P&C-cyclus op termijn in die 3 gemeenten. 

Daarbij zijn er nog al wat voetangels en klemmen. Niet besproken werd de problematiek van het hebben van drie gemeentebesturen die een geharmoniseerde P&C-cyclus hebben. Het is als een koor waarbij sopranen, bassen en mannenstemmen ieder hun eigen dirigent hebben. Het kan maar zingt niet echt lekker.

Wordt hoe dan ook vervolgd

Leo de Vreede