De op 16 september gehouden raadsvergadering was aanleiding om onderstaand bericht aan raads- en commissieleden te sturen. De wijze waarop een aantal agenda daar werd besproken of van de agenda afgevoerd was, in ieder geval voor mij, illustratief voor de noodzaak mijn ingediende ideeën over te nemen.
Motiemarkt vervolg 2
Geachte marktbezoekers,
Zoals ik al eerder opmerkte toonde de vergadering van de
commissie inwoners en bestuur al aan dat het zinvol is mijn ideeën voor de
motiemarkt over te nemen. In de raadsvergadering van 16 september werd dat nog
versterkt. Het duurde daar een half uur voordat voldoende duidelijk was waar de
vergadering over zou gaan. Deze keer wel extreem, maar het agendapunt “vaststellen
agenda” is altijd spannend.
Ik beperk me nu tot enkele willekeurige aspecten
Een raadsbesluit is in Grave dikwijls geen
beslissing, maar een vraag om meer informatie.
Of het besluit initieert de
noodzaak van een ander besluit. Een voorbeeld van de laatste vorm is het
raadsbesluit om te investeren in het multifunctioneel centrum Catharinahof. Een
deel van de financiering werd gedekt door de verkoop van gemeenschapscentra.
Daar is later toch van afgezien of de verkoop is mislukt. Het
financieringsbesluit voor het MFC moest dus worden gerepareerd. Dat in de
financiering van het sportpark Kranenhof geen rekening is gehouden met de
eventuele opbrengst van de vrijkomende gronden is dan ook een sterk punt.
- Mijn eerste idee is om nu een duidelijke uitspraak te doen over de bestuurlijke toekomst van Grave. Ik heb getwijfeld of ik dat, gezien de te verwachten reacties, als idee zou inbrengen. De reactie van de wethouder op de vraag van LlvC-Grave over de toekomst van CGM toonde aan, dat zo’n besluit dringend nodig is. Het college is duidelijk bezig met de opbouw van een eigen ambtelijk apparaat en gaat er blijkbaar uit dat Grave zelfstandig blijft. Daarover is geen raadsuitspraak. We zijn met z’n allen niet verder gekomen dan tot de volgende verkiezingen niet te praten over één gemeente Land van Cuijk en onderzoek te doen naar samengaan met Mill en Cuijk. Die optie is weggevallen. Wat nu verder? Het college is met de opbouw van een eigen ambtelijk apparaat bezig. Accepteert de raad dat? Dus is mijn eerste idee om in ieder geval iets vast te leggen nog zo gek niet
- Een ander voorbeeld is het besluit van 12 februari 2019 over het sportpark. Via een amendement op het voorstel werd het college opgedragen met meer informatie te komen. Ook al uit de behandeling van dit onderwerp op 16 september 2019 bleek dat een deel van de raad die informatie nodig had om tot een oordeel te komen. Een ander deel van de raad meende dat met het voorstel te investeren was ingestemd met als voorwaarde dat de aanvullende informatie zou worden verstrekt. Daaraan was voldaan, dus het had een A-stuk kunnen zijn, zoals de VVD opmerkte.
- Het gemeentebestuur kent drie bestuursorganen: de burgemeester; het college van B&W en de gemeenteraad. Ieder heeft zijn eigen bevoegdheden om besluiten te nemen, maar kan niet volledig onafhankelijk van de anderen opereren. De gemeenteraad stelt de hoofdlijnen van het beleid van en controleert het college. Die controletaak strekt zich ook uit tot de details. Daarom is het noodzakelijk dat de raad de besluitvormingsprocessen binnen het college volgt. En dat gebeurt in Grave te weinig.
- Voor een aantal gemeentelijke bestuurstaken is een wettelijke procedure voorgeschreven. Dat vraagt vooral bij projecten op het terrein van de ruimtelijke ordening aandacht. Voor een bestemmingsplanwijziging, die in veel gevallen nodig is, bestaat zo’n procedure. In de laatste jaren is daarin nog al wat gewijzigd en binnen afzienbare tijd zal de nieuwe omgevingswet in werking treden met blijkbaar grote gevolgen ook voor degenen die worden bestuurd. Volgens de huidige regelgeving geldt nog een strikte procedure waarin is vastgelegd wanneer wie er zich mee mag bemoeien en wanneer. Dus is zo’n procedure een pijplijn en dat betekent dat alle inspraak en overleg moet zijn afgerond alvorens de formele procedure wordt gestart. Zeker bij de agendapunten over de rotondes en het sportpark heeft dat tot problemen geleid.
- Al geruime tijd beperkt het gemeentebestuur zich niet alleen tot het opstellen van de spelregels. De gemeente speelt zelf ook mee; anders gezegd: de gemeente schrijft niet alleen voor maar onderhandelt ook. Het gemeentebestuur moet in zo’n publiek-private samenwerking (PPS) vanaf het begin zeer zorgvuldig opereren. Deze problematiek heeft vooral bij de herontwikkeling van de scheepswerf en de fusie van de voetbalverenigingen annex sportpark gezorgd voor onrust en onduidelijkheid.
- Als het college eenmaal een raadsvoorstel heeft afgeleverd is het nagenoeg onaantastbaar. De agendacommissie (met de status van een overleggroep) kijkt niet inhoudelijk naar het voorstel. Er wordt voornamelijk gelet op de relatie beschikbare en nodige vergadertijd. De formele commissies inventariseren of alle vragen zijn beantwoord en zo niet verzoekt het college dit alsnog voor de raadsvergadering te doen. Uiteindelijk geven de commissie aan of het een zogenaamd A- of B-stuk is. Daarbij is één commissielid voldoende voor een B-stuk. Bij het vaststellen van de agenda in de raadsvergadering is het niet zo moeilijk van en A-stuk alsnog een B-stuk te maken.Mijn suggestie. Breng een voorstel als concept in de functionele commissie en laat die commissie het college adviseren wat er moet gebeuren. Dat kan variëren en zelfs verdeeld zijn. Het is dan aan het college te bepalen of, hoe en wanneer het voorstel aan de raad ter beslissing wordt voorgelegd. Deze aanpak heeft wel gevolgen voor de samenstelling van de commissie en het tijdschema van de raadcyclus.
- De raad moet het college controleren. Het brengt met zich mee dat de raad vanaf het begin de activiteiten van het college moet volgen om tijdig te kunnen bijsturen. De beste en ook de makkelijkste manier is om op de agenda van de commissie een vast punt voortgangsrapportage projecten te zetten. En als je dan toch bezig bent doe hetzelfde met ingekomen brieven. Behandel die inhoudelijk in de commissie. Als er dan toch in de raad over gesproken moet worden kan dat tenminste voorbereid gebeuren.
Om af te sluiten enkele opmerkingen over de behandeling van
de kaders voor de scheepswerf, de fusie van de voetbalverenigingen en het
bestemmingsplan voor de rotondes in de N324.
De scheepswerf. In de commissie was al
gebleken dat niemand met het voorstel gelukkig was maar dat iedereen wel vond
dat er iets moest gebeuren. Maar het raadsvoorstel lag er wel en dus had raad
de keuze tussen 4 kwaaien:
- van de agenda afvoeren en dan zou er dus niets gebeuren en bleef de vraag boven de markt hangen of de motie van de raad was uitgevoerd;
- het voorstel afwijzen en dan kreeg de raad niet wat in de motie was gevraagd;
- Het voorstel amenderen, maar hoe zou dat in de raadsvergadering moeten en wel voor 22:30 uur?
- Het voorstel toch maar aannemen in de wetenschap dat de ontwikkelaar al te kennen had gegeven dat een deel van de kaders niet acceptabel was.
We hebben hier te maken met een
PPS-project dat dus gestart moet worden met een intentieovereenkomst tussen
gemeente aan de ene kant en eigenaar en ontwikkelaar aan de andere. In die
overeenkomst wordt naast een hoop andere zaken vastgelegd welke uitgangspunten
iedere partij heeft en welke daarvan niet onderhandelbaar zijn. Over de wijze
waarop zo’n PPS vorm moet worden gegeven met fase indeling en beslismomenten is
voldoende literatuur beschikbaar. Omdat hier zeker ook RO-procedures aan te pas
komen en er dus sprake is van pijplijnen dient al het niet wettelijk
voorgeschreven overleg, dus ook met omwonenden, plaats te vinden alvorens de
pijplijn wordt betreden.
Het sportpark. De besluiten zijn genomen
en dus is dit achterafgepraat. Het is dan ook bedoeld als bewijs dat overnemen
van mijn idee om tot een beter bestuur te komen noodzakelijk is.
Tijdens de vergadering werd al
opgemerkt dat het hier niet gaat om een burgerinitiatief dat alle lof en
ondersteuning verdient. Een burgerinitiatief is niets meer dan een noodingang
tot het gemeentebestuur. Een groep burgers kan dit gebruiken om toegang tot het
bestuurlijk apparaat te krijgen als dit apparaat signalen uit de maatschappij
kennelijk niet oppikt. Daarbij komt men overigens niet verder dan dat het
onderwerp al of niet op de agenda wordt gezet. Anders gezegd: het wordt al of
niet in de planning en control cyclus opgenomen. Inhoudelijk wordt er nog niets
mee gedaan.
Waar het wel om gaat is het
uitvoeren van gemeentelijk beleid (programma 4 kind cultuur en sport). Het
bijzondere is dat een private instelling, in dit geval de drie
voetbalverenigingen die willen fuseren, het initiatief voor dit project hebben
genomen. Het is dus een vorm van een PPS. Die diende dus te starten met een
intentieovereenkomst waarin beide partijen hun uitgangspunten vastleggen. Voor
de gemeente betekent dit o.a. aangeven hoe hetgeen de voetbalverenigingen
nastreven past in het totale kind, cultuur en sportbeleid. Omdat aan de
gemeente geld wordt gevraagd dient het project ook te passen in het financiële
beleid van de gemeente dat voor het probleem staat dat er structureel meer
wordt uitgegeven dan binnenkomt. Het gaat dus niet alleen om de vraag of er
voor dit project voldoende geld is. De vraag is ook of met voldoen aan deze
vraag andere sportverenigingen en andere beleidsterreinen niet te kort wordt
gedaan.
Het antwoord op deze vragen zou
in de kadernota en eventuele beleidsnota’s op het gebied van kind, cultuur en
sport te vinden moeten zijn. We weten allemaal dat zowel de financiële kant van
de kadernota en de beleidsnota over de rol van de gemeente bij de sport nog aan
de orde moeten komen. Dat die vraag pas laat is gesteld komt omdat de gemeente
niet vanaf het begin een actieve regie heeft gevoerd. Een euvel dat al jaren
lang mede oorzaak is dat problemen pas opdoemen vlak voordat een besluit wordt
genomen.
Dat initiatiefnemers uit de
voetbalverenigingen ook deel uitmaken van of nauwe banden hebben van het gemeentebestuur
heeft het gemis van een duidelijke gemeentelijke regie versterkt. Terecht heeft
LPG in de raadsvergadering opgemerkt dat vermengen van de rol van
gemeentebestuurder en actieve deelname aan het maatschappelijk leven
onvermijdbaar en zelfs wenselijk is. Problemen hadden kunnen worden voorkomen
door er voor te zorgen dat in de projectgroep die de zaak voorbereidde voor de
voetbalverenigingen en de gemeente verschillende deskundigen waren opgenomen.
De gemeente had dan ook direct de andere sportverenigingen bij de ontwikkeling
kunnen betrekken. Ook zouden integriteitsdiscussies dan overbodig zijn
geworden.
Op die manier had de gemeente ook
de omwonenden en misschien zelfs nu nog onbekende belanghebbenden bij de
voorbereiding kunnen betrekken. Voor hun bescherming zijn ze nu aangewezen op
de RO-procedures en vanaf het moment dat de omgevingsvergunning is aangevraagd
is dat een pijplijn. En zeker nu, om tijd te winnen, de raad heeft ingestemd
met gebruik van een nauwere pijp is de wettelijke bescherming minimaal. Of er
nog tijd is te vinden om de omwonenden gerust te stellen alvorens de procedure
wordt gestart zal moeten blijken.
De bestemmingsplannen voor de rotondes
Tolsestraat en Wisseveld.
In wezen gaat het natuurlijk om de verplaatsing
van het benzinestation. Dat daar nu pas discussie over komt is ook hier
veroorzaakt door de veel te passieve houding van de gemeente ten opzichte van
haar burgers en in de gemeente werkzame ondernemers.
Het gaat om een project van de
provincie en die is inderdaad primair verantwoordelijk voor het betrekken van
belanghebbenden, en dat zijn in dit geval alle geïnteresseerde weggebruikers.
De provincie heeft dat op haar manier gedaan.
Voor onderdelen van het plan is
een bestemmingsplanwijziging nodig en daar moet de gemeente voor zorgen. En ook
in dit geval heeft de gemeente zich beperkt tot de wettelijk voorgeschreven
procedure. Bij de keuze van de nieuwe locatie van het benzinestation is het
college afgegaan op een ambtelijk advies. Kennelijk zonder iemand “aan de
voorkant” te consulteren, is aan de provincie meegedeeld dat de gemeente Grave
instemt met de gekozen plek. De provincie heeft dus de aanvraag ingediend en de
pijplijnprocedure is keurig gevolgd. Het voorontwerp heeft ter inzage gelegen en
dat is blijkbaar ook direct belanghebbenden. Wie leest nu elke week de
officiële mededelingen om na te gaan of er iets bij is waar hij of zij belang
bij heeft? Pas nu het bestemmingsplan in de raad komt en de mogelijkheid om nog
invloed uit te oefenen beperkt is wordt de locatie ter discussie gesteld. Het
enige dat de raad nog kan doen is het bestemmingsplan afwijzen en daarmee het
college in zijn hemd zetten.
Maar misschien krijg het college
van de provincie alsnog de tijd om aan heel Grave uit te leggen dat dit de
juiste plek is en dan kan de raad alsnog met het bestemmingsplan instemmen en
vervolgens maatregelen nemen om herhaling van dit soort problemen te voorkomen.
Slot
Overnemen van mijn ideeën over
een goed gemeentebestuur zal kunnen helpen