maandag 17 juni 2019

Waarheen leidt de weg deel 2



De auditcommissie van 12 juni heeft daarin geen duidelijkheid gebracht. De vergadering begon al met de vraag wat eigenlijk de taak van de commissie is. Mogen er, zoals de voorzitter aanvankelijk stelde, alleen technische vragen worden gesteld die dan  liefst direct, maar eventueel later schriftelijk worden beantwoord? Of is het de bedoeling dat ook meningen mogen worden uitgewisseld? De nieuwe werkwijze suggereert dat laatste en dus werd de voorzitter gecorrigeerd.

De accountant was aanwezig en dus werden de technische vragen over de jaarrekening in het algemeen afdoende beantwoord. Aan de feitelijkheid dat er wederom een greep in de reserves moet worden gedaan valt niet te ontkomen.

Interessant was dan ook hoe de commissie de financiële positie van de gemeente nu beoordeelt. Tot nog toe vonden met name college en LPG dat die positie gezond was; coalitiegenoot CDA hield zich retorisch op de vlakte. Er was wel een probleempje met de exploitatie, maar bij de behandeling van de begroting 2019-2022 waren maatregelen genomen om dit binnen 4 jaar op te lossen.

De accountant legde nogmaals uit dat de financiële positie van de gemeente wordt beoordeeld op drie criteria. Bij twee daarvan te weten de schuldpositie en de omvang van de reserves scoort de gemeente op zijn minst voldoende. Op de derde de jaarlijkse exploitatie, zeg maar het huishoudboekje is het een onvoldoende.

Toevallig werd diezelfde dag een hele hoop jonge mensen op eenzelfde wijze beoordeeld. Aan de hand van een aantal criteria werd bepaald of zij voldoende waren toegerust om een volgende stap in hun toekomst te zetten. En ook daarbij zijn slechts enkele onvoldoendes genoeg om ondanks een reeks zevens en achten toch te zakken.

Dat de financiële positie van Grave met dit structurele exploitatietekort niet geslaagd kan worden genoemd werd nu niet bestreden. En dat komt natuurlijk ook omdat een exploitatietekort de nu nog positieve criteria nadelig beïnvloed.

Alle partijen in de Graafse raad zijn dan ook van mening dat er iets moet gebeuren en daarvoor zou de kadernota moeten dienen. Ik denk niet dat er iemand gelooft dat het dit op 2 juli zal lukken. In de raadsvoorstellen doet het college geen enkele suggestie. De raad mag het zelf uitzoeken. Maar hoe???? De hele commissie vond dat het college een actieve rol in het proces zou moeten spelen maar niet zoals vorig jaar. Volgens LPG kan die aanpak wel als uitgangspunt dienen. Toen de toezegging kwam dat het college ergens mee zou komen, kon de bespreking veilig worden beëindigd. Als dit wordt bedoeld met ”opiniërend vergaderen” zoals de nieuwe werkwijze wil is het wel erg mager.

D66 was enige fractie die nog met een idee voor een totaal andere aanpak kwam: ontwikkelen van scenario’s waaruit zou moeten worden gekozen; natuurlijk met als resultaat een positief exploitatiesaldo op niet al te lange termijn. Er werd overheen gepraat.

De gemeenteraad maakt het wel heel eenvoudig de huidige gang van zaken te veroordelen. Lastiger is het een uitweg te vinden. De huidige werkwijze van het gemeentebestuur met de rolverdeling tussen college, raad en burgers maakt een systematische aanpak van een proces als dit wel moeilijk. De nieuwe werkwijze biedt daarvoor onvoldoende houvast en de vraag hoe de burgers een actieve rol kunnen spelen is doorgeschoven naar de jaarwisseling.

De raad gaat nu met reces en dan gebeurt er in die tijd bestuurlijk niets. Omdat in september het ontwerp voor de begroting toch wel beschikbaar moet zijn is dus geen tijd om ook bestuurlijk een actieve rol te spelen. Het wordt weer afwachten wat er ambtelijk wordt gepresenteerd en dat is weer in strijd met de wens dat de raad in een vroeger stadium moet worden betrokken.

Voor het gemak ga ik ook maar voorbij aan de relatie die bestaat tussen  de bestuurlijke organisatie en de financiële ontwikkeling van Grave

Hoe dan wel? In ieder geval beginnen met de recesperiode te benutten om met mensen uit college, raad en commissie en geïnteresseerden uit de burgerij van gedachten te wisselen over de problematiek in Grave.
Het gaat daarbij om meningen uit te wisselen en dat is iets anders dan proberen de mening van jouw partij er door te krijgen.

Ik heb niet de illusie dat het al een sluitende meerjarenbegroting 2020-2023 op zal leveren. Dat wordt dus weer lapwerk. Een overleg van uit het college met de financiële toezichthouder, de provincie, zal daarom ook nodig zijn.

Tot zover het adviserende deel van de commissievergadering.

In de vergadering werd nog een presentatie gegeven over de ontwikkelingen van de P&C-cyclus in de CGM-gemeenten. Gestreefd wordt naar een harmonisatie van de processen van kadernota’s, begrotingen en jaarrekeningen met de tussenliggende rapportages in de drie gemeenten. Daarmee wordt bedoeld dat de CGM-organisatie voor zowel Cuijk, Grave en Mill dezelfde systemen hanteert. 

Het is niet moeilijk te begrijpen dat zo’n aanpak efficiënt is en op de duur tijd en kosten bespaard. Terecht dat er in de commissie veel waardering was voor dit werk.

Merkwaardig vond ik dat het gegeven dat er als gevolg van de fusie van Cuijk met Boxmeer en St. Anthonis binnen afzienbare tijd bij de CGM-organisatie veel zal veranderen totaal niet ter sprake kwam. Het negeren van de onduidelijke toekomst van CGM maakte het wel mogelijk een beeld te schetsen van een ideale gemeenschappelijke P&C-cyclus op termijn in die 3 gemeenten. 

Daarbij zijn er nog al wat voetangels en klemmen. Niet besproken werd de problematiek van het hebben van drie gemeentebesturen die een geharmoniseerde P&C-cyclus hebben. Het is als een koor waarbij sopranen, bassen en mannenstemmen ieder hun eigen dirigent hebben. Het kan maar zingt niet echt lekker.

Wordt hoe dan ook vervolgd

Leo de Vreede

zaterdag 15 juni 2019

Waarheen leidt de weg die Grave gaat?



Het antwoord op deze vraag mag worden verwacht tijdens de raadsvergaderingen die op 25 juni en 2 juli worden gehouden. Dan immers leggen het college en de raad verantwoording af over het in 2018 vastgestelde en uitgevoerde beleid en geeft de raad aan het college de kaders voor 2020 en de daarop volgende jaren. De stukken zijn inmiddels gepubliceerd en op 12,17 en 18 juni zullen ze in het openbaar in de commissies worden besproken. Daarvoor is er nog een bijeenkomst die voor gewone burgers niet toegankelijk is. De raadsleden krijgen daarin toelichting op de stukken. Van de burgers wordt kennelijk verwacht dat zij die toelichting niet nodig hebben om de raadsvergaderingen te kunnen volgen.

Op basis van mijn eerste blik in de stukken verwacht ik niet bepaald een duidelijk antwoord op de vraag bovenaan dit artikel. Natuurlijk staan er veel goede dingen in. Die passen vooral in het begrip “op de winkel passen”. Mijn aandacht gaat vooral uit naar drie thema’s:
1.    De bestuurlijke toekomst van Grave
Eigenlijk heeft de raad hierover al op 16 april een besluit genomen. Nou ja: besluit kun je het niet noemen. Er zou een keuze moeten worden gemaakt uit drie onderzochte bestuursvormen van Grave te weten;
o    een zelfstandige gemeente Grave met een eigen gemeentebestuur en een eigen ambtelijk apparaat;
o    een zelfstandige gemeente met een eigen gemeentebestuur, maar ambtelijke ondersteuning wordt ingekocht;
o    samenvoeging van de gemeenten Cuijk, Grave en MIll die nu al door één gemeenschappelijke ambtelijke organisatie worden ondersteund.
De laatst variant viel al voor de vergadering af omdat Cuijk inmiddels had besloten om per 1 januari 2022 met Boxmeer en St. Anthonis één gemeente te vormen. Een poging van D66 om de mogelijkheid alsnog bij die drie gemeenten aan te sluiten bij de discussie te betrekken faalde. De raad kwam niet verder dan het rapport voor kennisgeving aan te nemen. In een motie werd nog vastgelegd dat de raad de ontwikkelingen nauwgezet zou volgen en het college kreeg opdracht te gaan werken aan de burgerparticipatie in de vorm van kernendemocratie. Een opdracht die het college al lang had.

De jaarstukken behoren meer te zijn dan een boekhoudkundige opsomming van cijfers.  Er dient ook bestuurlijk en politiek verantwoording te worden afgelegd. In de voorstellen van het college is over de huidige en toekomstige bestuurlijke organisatie geen woord terug te vinden. (sterker nog in die voorstellen is over geen enkel onderwerp iets te merken van opvattingen van het college). In de ambtelijke kadernota wordt alleen vermeld dat er eind 2020 een besluit is over de bestuurlijke toekomst van de gemeente.

Kennelijk denkt het college en ook de raad op basis van de vergadering van 16 april dat dit besluit er vanzelf komt de gemeenteraad maar geduldig blijft niets-doen. Zo is het echt niet. Bovendien heeft Grave de ontwikkelingen niet in eigen hand. Als Boxmeer, Cuijk en St. Anthonis op 1 januari 2022 inderdaad één gemeente zijn zit Grave op dat moment zonder ambtelijke ondersteuning.

Als halsstarrig wordt vastgehouden aan de uitspraak dat over één gemeente Land van Cuijk niet mag worden gesproken blijft er niets anders over dan dat Grave zelfstandig blijft met een eigen ambtelijke ondersteuning die voor een deel kan worden ingekocht. Wil je die operationeel hebben als Boxmeer, Cuijk en St. Anthonis daadwerkelijk één gemeente vormen, ook als dat wat later dan 1 januari 2022 is, moet er nu wel worden begonnen met de opzet van de eigen organisatie. Het ligt dan voor de hand dat de nieuwe gemeente, die ik nu maar met ABC aanduid, de leverancier van de ambtelijke ondersteuning wordt. Tijdig een complete eigen complete ambtelijke organisatie opzetten? Ik geloof er niet in. Zoals het er nu uitziet is het antwoord op de titelvraag dan ook:

Voor het thema bestuurlijke organisatie leidt de weg die Grave gaat regelrecht het moeras in, sterker nog we zijn daar gearriveerd!.

2.    De financiële positie van Grave
Tot nu toe heeft het college, gesteund door de coalitie, bij hoog en bij laag beweerd dat de financiële positie van de gemeente gezond is. In de nu voorliggende voorstellen voor jaarrekening 2018, kadernota 2020-2023 en de eerste bestuursrapportage is haast angstvallig vermeden iets van een mening vanuit het college over de financiële positie van Grave te laten blijken. Ik mag toch hopen dat ze die wel hebben.

Er is natuurlijk een verband met de stukken uit vorige jaren. Eindsaldi van jaar x zijn beginsaldi van jaar x+1. Dit verband wordt niet gelegd. Al jaren wordt om een sluitend geheel te krijgen een beroep gedaan op de algemene reserve. Een overzicht van de ontwikkeling van die toch niet onuitputtelijke spaarpot had daarom wel in de voorstellen gepast. Samengevat luiden de voorstellen van het college: “Raad, hier heeft u de cijfers en zoek het zelf maar uit.”. Dat laatste geldt helemaal voor geïnteresseerde burgers. Raads- en commissieleden krijgen tenminste nog een technische voorlichting.

De ambtelijke beoordeling in de jaarrekening 2018 van de financiële positie luidt:

“Samenvattend kan op basis van bovenstaande kengetallen worden gesteld dat deze, vanuit het perspectief van de jaarrekening 2018, op orde zijn, met uitzondering van de structurele exploitatieruimte. Dat betekent dat de structurele inkomsten lager zijn dan de uitgaven. De gemeente Grave kan haar inkomsten beperkt verhogen tot de belastingcapaciteit het artikel 12 niveau bereikt.”

Vertaald betekent dit: “we zijn nog niet bankroet maar in 2018 wel gevorderd in die richting”.  Er moet weer € 572.000 uit de algemene reserve worden gehaald. Die is dan nog € 9.348.000.

De begroting 2019 werd sluitend gemaakt door € 648.000 bezuinigingen in te boeken en nog € 670.000 uit de reserve te onttrekken.  De eerste rapportage gebaseerd op 3 maanden besturen is geeft aan dat het er naar uitziet dat er toch nog € 1.012.000 uit de reserve moet komen.

En ook volgens de kadernota 2020-2023 zetten we komende jaren weer flinke stappen in de richting van de bodem van de schatkist. In totaal zou er  € 7.100.000 uit de reserves moeten worden gehaald om de tekorten te dekken.

Natuurlijk is dit een grove benadering, maar eind 2023 zou Grave wel eens minder  reserve kunnen hebben dan wettelijk nodig is om risico’s te kunnen dekken en dus bankroet is.

Opvallend is dat in de voorstellen en onderliggende ambtelijke rapportages geen woord is besteed aan de plannen voor een nieuwe sportpark

De conclusie uit het voorstel van het college voor de kadernota getuigt van een werkelijk gevoel voor galgenhumor:
“De voorliggende kadernota 2020 – 2023 geeft ruimte voor een gesprek met de raad over de prioriteiten en de daarvoor beschikbare middelen”

Voor het thema financiële positie leidt de weg die Grave gaat dus naar de ondergang.

Maar misschien vindt de gemeenteraad toch een uitweg
NB Wel moet worden opgemerkt dat die belabberde financiële uitzichten niet worden veroorzaakt door gemeentelijk beleid, maar vooral te danken zijn aan de afschuifpolitiek door het rijk.

3.    Het ontwikkelen van “kernendemocratie”
Al jaren wordt in Grave gepraat en geschreven over het nauwer betrekken van de burgers bij het besturen van de gemeente. Termen als inspraak, aan de voorkant, burgerparticipatie vliegen over tafel vliegen. Kernendemocratie is de huidige aanpak waaraan in de rest van het Land van Cuijk wordt gewerkt en in Grave nog op gewacht; nu op het visiedocument dat het college dit najaar moet presenteren.

Intussen lijkt het er meer op dat de raad de burgers liever uit de raadzaal verwijderd houdt.

Zo is de werkbijeenkomst van de raad over de jaarstukken, de kadernota en de bestuursrapportage (dus waar ik het hierboven over had) niet toegankelijk voor geïnteresseerde burgers. Je zou toch verwachten dat ook raads- en commissieleden met hun achterban zouden willen overleggen en dan is het handig als die achterban goed is geïnformeerd. Deze afhoudende houding is zelfs nog vastgelegd in de nieuwe werkwijze van de raad.

Als je naar de reden vraagt waarom werkbesprekingen per definitie niet toegankelijk zijn voor inwoners krijg je als antwoord dat er wel eens zaken aan de orde zouden kunnen komen die beter niet in de openbaarheid kunnen komen. Een huis zonder ramen en deuren is inderdaad de beste beveiliging tegen inbraak.

Onlangs een rapport verschenen waarin staat dat de gemeenschappelijke ambtelijke organisatie van Cuijk Grave en Mill het goedkoopst en meest efficiënt kan werken als de hele organisatie in één gebouw is gevestigd. Dat is geen verrassende conclusie, maar nu blijkt dat net het stadhuis van Grave te zijn, hetgeen gerust een pikante uitkomst mag worden genoemd. Het nieuws is in de pers verschenen en ook het college van Grave heeft via een raadsinformatiebrief de uitkomst van het onderzoek openbaar gemaakt. Het rapport zelf is alleen voor raadsleden vertrouwelijk in te zien. “Het bevat bedrijfsgevoelige informatie”. Nu beschikt ook Cuijk natuurlijk over dit rapport en daar is het gewoon op de website te vinden. Die gemeenteraad heeft kennelijk wat meer vertrouwen in zijn burgers dan de raad van Grave

Geen wonder dat van Cuijk, Grave en Mill de gemeente Grave het slechts scoort op communicatie met de burgers. (De scores van die drie gemeenten zijn te zien op de gemeenschappelijke informatiepagina bij de Graafse courant)

Voor dit thema ziet het er naar uit dat we nergens heengaan.

Slot

Alles bij elkaar mag je dit best een somber stuk noemen. Maar de raadsvergaderingen van 25 juni en 2 juli moeten nog plaatsvinden en er is dus kans dat op 3 juli de weg naar een glorievolle toekomst van de Graafse gemeenschap voor iedereen duidelijk is en dat we met z’n allen samen op pad gaan.

Eerlijk gezegd heb ik daar geen vertrouwen in. Wat wel zeker is dat op 8 juli het zomerreces begint. Behalve rust ook tijd voor bezinning. Dan is het goed eens in de geschiedenis van Grave te kijken. In 1966 was er ook zo’n hopeloos uitziende situatie. Henricus was net gesloopt, de binnenstad was een puinhoop, het stadhuis gevestigd in een keet en tussen Hoofschestraat en N324 was een woestijn. Ook de gemeenteraad zag geen licht in de duisternis. Er is toen een gesprek geweest van raadsleden waaronder een collegelid en een aantal burgers. Dat heeft geleid tot een stichting “Hart van Grave”. Het sloeg aan en werd thema van de carnaval 1967. Hieruit is de woningstichting ontstaan, de stichting gemeenschapsaccommodaties en de opbouwstichting. Er kwam elan, samenwerking tussen bestuur en maatschappij en ja, ook een hoop mazzel in de vorm van werkgelegenheidsubsidies. Misschien iets dat aangepast kan worden herhaald.

Er is nog een mogelijkheid. Door de minister is aangegeven dat gemeenten zelf moeten beslissen over hun bestuurlijke organisatie. Het rijk grijpt alleen in als een gemeente aantoonbaar niet in staat is de eigen broek op te houden. Het enige dat de gemeenteraad daarvoor hoeft te doen is doorgaan met afwachten.

Ik ben benieuwd naar de komende vergaderingen.

Leo de Vreede