maandag 30 september 2019

Tweede aanvulling op idee motiemarkt

Inleiding
De op 16 september gehouden raadsvergadering was aanleiding om onderstaand bericht aan raads- en commissieleden te sturen. De wijze waarop een aantal agenda daar werd besproken of van de agenda afgevoerd was, in ieder geval voor mij,  illustratief voor de noodzaak mijn ingediende ideeën over te nemen.

Motiemarkt vervolg 2
Geachte marktbezoekers,
Zoals ik al eerder opmerkte toonde de vergadering van de commissie inwoners en bestuur al aan dat het zinvol is mijn ideeën voor de motiemarkt over te nemen. In de raadsvergadering van 16 september werd dat nog versterkt. Het duurde daar een half uur voordat voldoende duidelijk was waar de vergadering over zou gaan. Deze keer wel extreem, maar het agendapunt “vaststellen agenda” is altijd spannend.
Ik beperk me nu tot enkele willekeurige aspecten      

Een raadsbesluit is in Grave dikwijls geen beslissing, maar een vraag om meer informatie. 
Of het besluit initieert de noodzaak van een ander besluit. Een voorbeeld van de laatste vorm is het raadsbesluit om te investeren in het multifunctioneel centrum Catharinahof. Een deel van de financiering werd gedekt door de verkoop van gemeenschapscentra. Daar is later toch van afgezien of de verkoop is mislukt. Het financieringsbesluit voor het MFC moest dus worden gerepareerd. Dat in de financiering van het sportpark Kranenhof geen rekening is gehouden met de eventuele opbrengst van de vrijkomende gronden is dan ook een sterk punt.

  • Mijn eerste idee is om nu een duidelijke uitspraak te doen over de bestuurlijke toekomst van Grave. Ik heb getwijfeld of ik dat, gezien de te verwachten reacties, als idee zou inbrengen. De reactie van de wethouder op de vraag van LlvC-Grave over de toekomst van CGM toonde aan, dat zo’n besluit dringend nodig is. Het college is duidelijk bezig met de opbouw van een eigen ambtelijk apparaat en gaat er blijkbaar uit dat Grave zelfstandig blijft. Daarover is geen raadsuitspraak. We zijn met z’n allen niet verder gekomen dan tot de volgende verkiezingen niet te praten over één gemeente Land van Cuijk en onderzoek te doen naar samengaan met Mill en Cuijk. Die optie is weggevallen. Wat nu verder? Het college is met de opbouw van een eigen ambtelijk apparaat bezig. Accepteert de raad dat? Dus is mijn eerste idee om in ieder geval iets vast te leggen  nog zo gek niet
  • Een ander voorbeeld is het besluit van 12 februari 2019 over het sportpark. Via een amendement op het voorstel werd het college opgedragen met meer informatie te komen. Ook al uit de behandeling van dit onderwerp op 16 september 2019 bleek dat een deel van de raad die informatie nodig had om tot een oordeel te komen. Een ander deel van de raad meende dat met het voorstel te investeren was ingestemd met als voorwaarde dat de aanvullende informatie zou worden verstrekt. Daaraan was voldaan, dus het had een A-stuk kunnen zijn, zoals de VVD opmerkte.
Een raadsbesluit vraagt voorbereiding. Daaraan wordt vaak door veel personen en instanties op verschillende tijdstippen een bijdrage geleverd. De kunst is dan ook de nodige inbreng op het juiste tijdstip te laten leveren. Daarvoor moet bij de start te worden gezorgd; anders gezegd er is een startdocument nodig. In Grave ontbreekt het daaraan met als gevolg dat het te vaak voorkomt dat, als de raad voor de eindbeslissing staat, er opeens nog allerlei problemen opduiken. Het opstellen van zo’n startdocument kan heel simpel zijn, maar ook complex. Dat hangt samen met de opzet van het gemeentelijk bestuur. Daarom daar enkele opmerkingen over.
  • Het gemeentebestuur kent drie bestuursorganen: de burgemeester; het college van B&W en de gemeenteraad. Ieder heeft zijn eigen bevoegdheden om besluiten te nemen, maar kan niet volledig onafhankelijk van de anderen opereren. De gemeenteraad stelt de hoofdlijnen van het beleid van en controleert het college. Die controletaak strekt zich ook uit tot de details. Daarom is het noodzakelijk dat de raad de besluitvormingsprocessen binnen het college volgt. En dat gebeurt in Grave te weinig.
  • Voor een aantal gemeentelijke bestuurstaken is een wettelijke procedure voorgeschreven. Dat vraagt vooral bij projecten op het terrein van de ruimtelijke ordening aandacht. Voor een bestemmingsplanwijziging, die in veel gevallen nodig is, bestaat zo’n procedure. In de laatste jaren is daarin nog al wat gewijzigd en binnen afzienbare tijd zal de nieuwe omgevingswet in werking treden met blijkbaar grote gevolgen ook voor degenen die worden bestuurd. Volgens de huidige regelgeving geldt nog een strikte procedure waarin is vastgelegd wanneer wie er zich mee mag bemoeien en wanneer. Dus is zo’n procedure een pijplijn en dat betekent dat alle inspraak en overleg moet zijn afgerond alvorens de formele procedure wordt gestart. Zeker bij de agendapunten over de rotondes en het sportpark heeft dat tot problemen geleid.
  • Al geruime tijd beperkt het gemeentebestuur zich niet alleen tot het opstellen van de spelregels. De gemeente speelt zelf ook mee; anders gezegd: de gemeente schrijft niet alleen voor maar onderhandelt ook. Het gemeentebestuur moet in zo’n publiek-private samenwerking (PPS) vanaf het begin zeer zorgvuldig opereren. Deze problematiek heeft vooral bij de herontwikkeling van de scheepswerf en de fusie van de voetbalverenigingen annex sportpark gezorgd voor onrust en onduidelijkheid.
De organisatie van het Graafse bestuursproces dient nog te worden verbeterd. Dat is dan ook mijn tweede idee. De vier rollen burgemeester, college, commissies en gemeenteraad opereren te veel los van elkaar. Zij moeten hun activiteiten veel meer op elkaar afstemmen. Een paar voorbeelden. 
  • Als het college eenmaal een raadsvoorstel heeft afgeleverd is het nagenoeg onaantastbaar. De agendacommissie (met de status van een overleggroep) kijkt niet inhoudelijk naar het voorstel. Er wordt voornamelijk gelet op de relatie beschikbare en nodige vergadertijd. De formele commissies inventariseren of alle vragen zijn beantwoord en zo niet verzoekt het college dit alsnog voor de raadsvergadering te doen. Uiteindelijk geven de commissie aan of het een zogenaamd A- of B-stuk is. Daarbij is één commissielid voldoende voor een B-stuk. Bij het vaststellen van de agenda in de raadsvergadering is het niet zo moeilijk van en A-stuk alsnog een B-stuk te maken.Mijn suggestie. Breng een voorstel als concept in de functionele commissie en laat die commissie het college adviseren wat er moet gebeuren. Dat kan variëren en zelfs verdeeld zijn. Het is dan aan het college te bepalen of, hoe en wanneer het voorstel aan de raad ter beslissing wordt voorgelegd. Deze aanpak heeft wel gevolgen voor de samenstelling van de commissie en het tijdschema van de raadcyclus.
  • De raad moet het college controleren. Het brengt met zich mee dat de raad vanaf het begin de activiteiten van het college moet volgen om tijdig te kunnen bijsturen. De beste en ook de makkelijkste manier is om op de agenda van de commissie een vast punt voortgangsrapportage projecten te zetten. En als je dan toch bezig bent doe hetzelfde met ingekomen brieven. Behandel die inhoudelijk in de commissie. Als er dan toch in de raad over gesproken moet worden kan dat tenminste voorbereid gebeuren.
Met deze twee voorbeelden zijn we er nog lang niet. De inschakeling van de bevolking zal heel veel zorg vragen en ook grote gevolgen hebben. In Grave gebeurt dat nog veel te passief ,te laat en vaak niet meer dan wettelijk voorgeschreven. Vergelijk alleen (zolang het nog kan) de informatiepagina’s van Cuijk Grave en Mill als bijlage in de Graafsche Courant maar eens met elkaar.

Om af te sluiten enkele opmerkingen over de behandeling van de kaders voor de scheepswerf, de fusie van de voetbalverenigingen en het bestemmingsplan voor de rotondes in de N324.

De scheepswerf. In de commissie was al gebleken dat niemand met het voorstel gelukkig was maar dat iedereen wel vond dat er iets moest gebeuren. Maar het raadsvoorstel lag er wel en dus had raad de keuze tussen 4 kwaaien:
  • van de agenda afvoeren en dan zou er dus niets gebeuren en bleef de vraag boven de markt hangen of de motie van de raad was uitgevoerd;
  • het voorstel afwijzen en dan kreeg de raad niet wat in de motie was gevraagd;
  • Het voorstel amenderen, maar hoe zou dat in de raadsvergadering moeten en wel  voor 22:30 uur?
  • Het voorstel toch maar aannemen in de wetenschap dat de ontwikkelaar al te kennen had gegeven dat een deel van de kaders niet acceptabel was.
LPG kwam met een creatieve maar merkwaardige oplossing; het voorstel werd van de agenda afgevoerd en er werd een motie , nu buiten de orde, ingediend om tot een nieuw voorstel te komen.

We hebben hier te maken met een PPS-project dat dus gestart moet worden met een intentieovereenkomst tussen gemeente aan de ene kant en eigenaar en ontwikkelaar aan de andere. In die overeenkomst wordt naast een hoop andere zaken vastgelegd welke uitgangspunten iedere partij heeft en welke daarvan niet onderhandelbaar zijn. Over de wijze waarop zo’n PPS vorm moet worden gegeven met fase indeling en beslismomenten is voldoende literatuur beschikbaar. Omdat hier zeker ook RO-procedures aan te pas komen en er dus sprake is van pijplijnen dient al het niet wettelijk voorgeschreven overleg, dus ook met omwonenden, plaats te vinden alvorens de pijplijn wordt betreden.

Het sportpark. De besluiten zijn genomen en dus is dit achterafgepraat. Het is dan ook bedoeld als bewijs dat overnemen van mijn idee om tot een beter bestuur te komen noodzakelijk is.

Tijdens de vergadering werd al opgemerkt dat het hier niet gaat om een burgerinitiatief dat alle lof en ondersteuning verdient. Een burgerinitiatief is niets meer dan een noodingang tot het gemeentebestuur. Een groep burgers kan dit gebruiken om toegang tot het bestuurlijk apparaat te krijgen als dit apparaat signalen uit de maatschappij kennelijk niet oppikt. Daarbij komt men overigens niet verder dan dat het onderwerp al of niet op de agenda wordt gezet. Anders gezegd: het wordt al of niet in de planning en control cyclus opgenomen. Inhoudelijk wordt er nog niets mee gedaan.

Waar het wel om gaat is het uitvoeren van gemeentelijk beleid (programma 4 kind cultuur en sport). Het bijzondere is dat een private instelling, in dit geval de drie voetbalverenigingen die willen fuseren, het initiatief voor dit project hebben genomen. Het is dus een vorm van een PPS. Die diende dus te starten met een intentieovereenkomst waarin beide partijen hun uitgangspunten vastleggen. Voor de gemeente betekent dit o.a. aangeven hoe hetgeen de voetbalverenigingen nastreven past in het totale kind, cultuur en sportbeleid. Omdat aan de gemeente geld wordt gevraagd dient het project ook te passen in het financiële beleid van de gemeente dat voor het probleem staat dat er structureel meer wordt uitgegeven dan binnenkomt. Het gaat dus niet alleen om de vraag of er voor dit project voldoende geld is. De vraag is ook of met voldoen aan deze vraag andere sportverenigingen en andere beleidsterreinen niet te kort wordt gedaan.

Het antwoord op deze vragen zou in de kadernota en eventuele beleidsnota’s op het gebied van kind, cultuur en sport te vinden moeten zijn. We weten allemaal dat zowel de financiële kant van de kadernota en de beleidsnota over de rol van de gemeente bij de sport nog aan de orde moeten komen. Dat die vraag pas laat is gesteld komt omdat de gemeente niet vanaf het begin een actieve regie heeft gevoerd. Een euvel dat al jaren lang mede oorzaak is dat problemen pas opdoemen vlak voordat een besluit wordt genomen.

Dat initiatiefnemers uit de voetbalverenigingen ook deel uitmaken van of nauwe banden hebben van het gemeentebestuur heeft het gemis van een duidelijke gemeentelijke regie versterkt. Terecht heeft LPG in de raadsvergadering opgemerkt dat vermengen van de rol van gemeentebestuurder en actieve deelname aan het maatschappelijk leven onvermijdbaar en zelfs wenselijk is. Problemen hadden kunnen worden voorkomen door er voor te zorgen dat in de projectgroep die de zaak voorbereidde voor de voetbalverenigingen en de gemeente verschillende deskundigen waren opgenomen. De gemeente had dan ook direct de andere sportverenigingen bij de ontwikkeling kunnen betrekken. Ook zouden integriteitsdiscussies dan overbodig zijn geworden.

Op die manier had de gemeente ook de omwonenden en misschien zelfs nu nog onbekende belanghebbenden bij de voorbereiding kunnen betrekken. Voor hun bescherming zijn ze nu aangewezen op de RO-procedures en vanaf het moment dat de omgevingsvergunning is aangevraagd is dat een pijplijn. En zeker nu, om tijd te winnen, de raad heeft ingestemd met gebruik van een nauwere pijp is de wettelijke bescherming minimaal. Of er nog tijd is te vinden om de omwonenden gerust te stellen alvorens de procedure wordt gestart zal moeten blijken.

De bestemmingsplannen voor de rotondes Tolsestraat en Wisseveld. 

In wezen gaat het natuurlijk om de verplaatsing van het benzinestation. Dat daar nu pas discussie over komt is ook hier veroorzaakt door de veel te passieve houding van de gemeente ten opzichte van haar burgers en in de gemeente werkzame ondernemers.

Het gaat om een project van de provincie en die is inderdaad primair verantwoordelijk voor het betrekken van belanghebbenden, en dat zijn in dit geval alle geïnteresseerde weggebruikers. De provincie heeft dat op haar manier gedaan.

Voor onderdelen van het plan is een bestemmingsplanwijziging nodig en daar moet de gemeente voor zorgen. En ook in dit geval heeft de gemeente zich beperkt tot de wettelijk voorgeschreven procedure. Bij de keuze van de nieuwe locatie van het benzinestation is het college afgegaan op een ambtelijk advies. Kennelijk zonder iemand “aan de voorkant” te consulteren, is aan de provincie meegedeeld dat de gemeente Grave instemt met de gekozen plek. De provincie heeft dus de aanvraag ingediend en de pijplijnprocedure is keurig gevolgd. Het voorontwerp heeft ter inzage gelegen en dat is blijkbaar ook direct belanghebbenden. Wie leest nu elke week de officiële mededelingen om na te gaan of er iets bij is waar hij of zij belang bij heeft? Pas nu het bestemmingsplan in de raad komt en de mogelijkheid om nog invloed uit te oefenen beperkt is wordt de locatie ter discussie gesteld. Het enige dat de raad nog kan doen is het bestemmingsplan afwijzen en daarmee het college in zijn hemd zetten.

Maar misschien krijg het college van de provincie alsnog de tijd om aan heel Grave uit te leggen dat dit de juiste plek is en dan kan de raad alsnog met het bestemmingsplan instemmen en vervolgens maatregelen nemen om herhaling van dit soort problemen te voorkomen.

Slot
Overnemen van mijn ideeën over een goed gemeentebestuur zal kunnen helpen



Geen opmerkingen:

Een reactie posten